HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
4.10 DE ACCU LADEN
OPMERKING: Controleer of de machine is geparkeerd in een
goed geventileerde ruimte alvorens de accu te laden.
SLUIT DE LADER UITSLUITEND AAN OP EEN CONFORM GEÏNSTAL-
LEERD EN GEAARD STOPCONTACT. GEBRUIK GEEN AARDADAPTERS EN
BRENG GEEN WIJZIGINGEN AAN IN HET STOPCONTACT. GEBRUIK GEEN
NIET-GEÏSOLEERDE ONDERDELEN OF UITGANGEN OF NIET-GEÏ-
SOLEERDE ACCUPOLEN.
BEDIEN DE LADER NIET ALS HET NETSNOER IS BESCHADIGD OF ALS
DE LADER ERGENS TEGENAAN GESTOTEN IS, IS GEVALLEN OF OP
ANDERE WIJZE IS BESCHADIGD.
KOPPEL HET NETSNOER ALTIJD EERST LOS, ALVORENS DE (PLUS/MIN)
POLEN AAN TE SLUITEN VAN DE ACCU.
DE LADER NIET OPENEN OF UITBOUWEN.
OPMERKING: Het is niet noodzakelijk om de accu te laden als het
soortelijk gewicht van de elektrolyt niet onder de 1.240 kg/l daalt.
Als u dit wel regelmatig doet, zal de levensduur van de lader hier-
door aanzienlijk worden verkort.
4-14
De netspanningsaansluiting (1) van de acculader bevindt zich
in het accuvak.
1. Sluit de netspanningsaansluiting (1) aan op een
geaard stopcontact.
2. Wanneer hij voor het eerst aangezet wordt zal de lader
een
korte
uitvoeren. De lampjes van de acculader op het
grondbedieningstation zullen één voor één twee
seconden oplichten.
3. De accu's zijn volledig geladen wanneer het groene
lampje van het statuspaneel van de acculader
(grondbedieningspaneel) brandt.
– Hoogwerker JLG–
zelftest
van
het
LED-indicatielampjes
31210114