4.8
ALARMSYSTEMEN
Waarschuwingslicht /alarm Overbelasting
(Indien aanwezig)
Wanneer de maximum toegestane belasting van het platform
wordt overschreden, knipperen RODE signaallichten zowel op
het grondbedieningspaneel als op het platformbedieningspaneel
en klinkt er een geluidssignaal. Wanneer het indicatielampje voor
overbelasting actief is, zijn alle machinefuncties uitgeschakeld.
De
hoogwerker
moet
indicatielampje ophoudt met knipperen.
Waarschuwingslicht /alarm Kantelsensor
Wanneer het onderstel niet waterpas is (Raadpleeg tabel 6-1),
gaat
het
RODE
indicatielampje
platformbedieningspaneel. Als de mast zich niet in de
transportstand (ruststand) begint en het onderstel niet waterpas
staat, klinkt er een alarmsignaal.
ALS HET WAARSCHUWINGSLAMPJE AAN IS TERWIJL DE MAST
OMHOOG STAAT, BRENG DE MAST DAN OMLAAG EN BRENG DE
MACHINE OPNIEUW IN POSITIE ZODAT HIJ HORIZONTAAL STAAT
VOORDAT U DE MAST OMHOOG BRENGT.
31210114
dan
worden
ontlast
totdat
branden
op
– Hoogwerker JLG –
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
Wanneer de kantelsensor alarm geeft, zijn de volgende functies
kritiek:
-De rijfunctie is uitgeschakeld of de mast bevindt zich niet in
de ruststand.
-Voor het heffen en zwenken van de mast/giek wordt er
omgeschakeld naar de functie Kruipsnelheid.
Wanneer de kantelsensor actief is, moet de machine als volgt
worden bestuurd:
1. Laat de mast neer.
2. Zet het platform in het verlengde van het onderstel.
het
3. Laat de giek neer.
4. Rijdt de machine naar een gelijke, stevige en vlakke
ondergrond.
het
WANNEER DE MACHINE NIET WATERPAS STAAT, MOET U VERMIJDEN
OM DE MAST TE HEFFEN OF DE GIEK TE BEDIENEN OF TE DRAAIEN.
LAAT DE MAST ALTIJD ZO LAAG MOGELIJK ZAKKEN, ALVORENS DE
GIEK TE BEDIENEN OF TE DRAAIEN.
4-11