Inhoudsopgave
Advertenties
• Breng het platform alleen omhoog en rijd alleen met het
platform omhoog wanneer de machine zich op een ste-
vige, horizontale en vlakke ondergrond bevindt.
• Wanneer u op een helling rijdt (Raadpleeg Hoofdstuk 4),
MOET de hoogwerker volledig worden neergelaten. Het is
raadzaam om hellingen op te rijden in de VOORUIT en af
te rijden in de ACHTERUIT.
• Houd het chassis van de machine ten minste op 0,6 m
(2 ft.) van gaten, bulten, scherpe dalingen, afval, afge-
dekte gaten en andere potentiële gevaren op de vloer/
ondergrond.
• Geen voorwerpen aanduwen of trekken met de uitstek-
ende bovenstructuur.
• Gebruik de machine niet als hefwerktuig. Zet de machine
niet vast aan een aangrenzende structuur. Maak nooit
bedrading, kabels of dergelijke zaken aan het platform
vast.
• Gebruik de machine niet bij windsnelheden boven 12,5 m/s
(28 mph). Zie tabel 1-2, schaal Beaufort (voor referentie).
• De oppervlakte van de platformvloer of de lading niet ver-
groten. Door het aan de wind blootgestelde oppervlak te
vergroten, wordt de stabiliteit verminderd.
• Vergroot het platformoppervlak niet met ongeautoriseerde
dekuitbreidingen of toevoegingen.
31210114
HOOFDSTUK 1 – VOORZORGSMAATREGELEN
• Als de uitstekende bovenstructuur of het platform in een
zodanige positie is dat een of meer wielen de grond niet
raken, moeten alle personen worden verwijderd, voordat
men probeert de machine weer te stabiliseren. Gebruik
een kraan, vorkheftruck of andere geschikt werktuig om
de machine te stabiliseren.
Gevaar op verplettering en botsingen
• Het bedienings- en grondpersoneel moet goedgekeurde
helmen dragen.
• Controleer of de werkgebieden voldoende bovenruimte,
ruimte aan de zijkanten hebben en controleer de bodem
van de hoogwerker wanneer het wordt opgericht of
neergelaten en tijdens het rijden.
– Hoogwerker JLG –
1-7
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
