Inhoudsopgave
Advertenties
HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKERS, MACHINE VOORBEREIDEN EN INSPECTEREN
Functies controleren
Raadpleeg delen 3 & 4 voor de beschrijvingen en de bediening
van de machinefuncties.
Werkstations controleren
1. Vanaf de grondbedieningsconsole zonder lading op het
platform:
a. Bedien alle functies achtereenvolgens om te con-
troleren of ze goed werken.
b. Terwijl u de mast omhoog laat komen drukt u alle
andere functieknoppen in. De mast moet nu verder
omhoogkomen en er mogen geen andere bewegin-
gen optreden.
c. Controleer of alle machinefuncties zijn uitge-
schakeld, wanneer de noodstop wordt ingedrukt.
d. Breng de mast ongeveer 1 meter (3 ft.) omhoog,
controleer of de mast correct omlaag komt met de
handmatige neerlaatklep (raadpleeg afbeelding 3-3.
voor de plaats van de handbediening voor het neer-
laten van de mast).
e. De giek ongeveer een halve meter (2 ft.), controleer
of de handbediening voor het neerlaten van de giek
goed functioneert (raadpleeg afbeelding 3-4).
2-8
2. Vanuit het platformbedieningspaneel:
a. Controleer of het platformbedieningspaneel goed
vastzit.
b. Controleer of alle afschermkappen van de schake-
laars op hun plaats zitten.
c. Bedien alle functies achtereenvolgens, met inbegrip
van de claxon, om te controleren of ze goed
werken.
d. Controleer of alle machinefuncties zijn uitge-
schakeld, wanneer de noodstop wordt ingedrukt.
e. Controleer of alle mast en schaarliftfuncties stoppen
wanneer de functieschakelaar wordt losgelaten.
f. Controleer of alle rijfuncties stoppen wanneer de
pal van de joystick wordt losgelaten.
g. Wanneer de mast een halve meter (2 ft.) is geheven,
op een gelijkmatige, stevige en waterpas onder-
grond, rijdt u de machine enige meters om te con-
troleren of de snelheidslimiet voor rijden met hoge
mast actief is. De snelheid wordt dan verminderd tot
een maximumsnelheid van (circa) 5,5 km/h tot 0,75
km/h (3.40 mph tot 0.45 mph).
– Hoogwerker JLG –
31210114
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
