4.3
BEDIENING
1. Op het grondbedieningspaneel, moet de met de sleutel
bediende keuzeschakelaar op PLATFORM staan.
2. Zet de noodstopschakelaar op AAN (UIT), door hem
rechts om te draaien.
3. Op
het
platformbedieningspaneel,
noodstopschakelaar op AAN (UIT), door hem rechts om
te draaien.
OPMERKING: Als de machine tijdens de werkzaamheden langer
dan 2 uur ongebruikt blijft, moet de voeding van de machine wor-
den afgesloten. De noodstopschakelaars moeten opnieuw worden
bediend om de machine te starten.
OM ERNSTIG LETSEL TE VOORKOMEN, MAG DE MACHINE NIET
WORDEN
GEBRUIKT
ALS
ACTIVERINGSSCHAKELAARS DIE HET PLATFORM BEDIENEN NIET
TERUGKEREN NAAR DE UIT-STAND ALS ZE WORDEN LOSGELATEN.
ALS HET PLATFORM NIET STOPT WANNEER DE CONTROLEHENDEL OF
DE
INSCHAKELKNOP/TREKSCHAKELAAR
GEBRUIK DAN DE NOODKNOP OM DE MACHINE TE STOPPEN.
31210114
zet
u
ER
BEDIENINGSHENDELS
WORDT
LOSGELATEN,
– Hoogwerker JLG –
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
4.4
STUREN EN REIZEN (RIJDEN)
RIJ NIET WANNEER DE MAST NIET IN DE TRANSPORTSTAND
(RUSTSTAND) IS, BEHALVE OP EEN VLAKKE, STABIELE EN GELIJKE
ONDERGROND ZONDER GATEN.
de
OM DE CONTROLE OVER HET STUUR NIET TE VERLIEZEN OF OM NIET
TE KANTELEN, MAG U DE MACHINE NIET OP HELLINGEN RIJDEN DIE
DE IN HOOFDSTUK 6 OPGEGEVEN SPECIFICATIES OVERSCHRIJDEN.
WEES UITERST VOORZICHTIG BIJ HET ACHTERUIT RIJDEN ALS HET
PLATFORM IS OPGERICHT.
ZOEK VOORDAT U IN DE MACHINE RIJDT NAAR DE ZWART/WITTE
PIJLEN OP HET CHASSIS EN OP DE PLATFORMBEDIENING. BEWEEG DE
RIJBEDIENING IN EEN RICHTING DIE OVEREENKOMT MET DE
RICHTINGSPIJL VOOR DE GEWENSTE RIJRICHTING.
OF
4-5