Rijrichtingsysteem
Als de constructie tot achter de achterwielen of in één van beide
richtingen verder gezwenkt wordt, gaat het rijrichting indica-
tielampje (1) aan en wordt de rijfunctie geblokkeerd.
1. Druk de Overtreffingsschakelaar (2) in en bedien de Rij-/
stuurfunctie binnen 3 seconden om deze te activeren.
2. Controleer voordat u begint te rijden waar zich de
zwarte/witte inrichting pijlen bevinden op het onder-
stel en op het platformbedieningspaneel (3). Beweeg de
besturingsjoystick in de richting die overeenkomt met
de richtingspijl om in de gewenste richting te bewegen.
Afbeelding 4-5. Rijrichtingsysteem
31210114
4.5
HET PLATFORM HEFFEN EN NEERLATEN
RICHT DE MAST NIET OP BEHALVE OP EEN VLAKKE, STABIELE EN
GELIJKE ONDERGROND ZONDER HINDERNISSEN EN GEVAREN.
CONTROLEER OF HET GEBIED ONDER HET PLATFORM VRIJ IS VAN
PERSONEEL VOORDAT U HET PLATFORM LAAT ZAKKEN.
– Hoogwerker JLG –
HOOFDSTUK 4 – MACHINEBEDIENING
Afbeelding 4-6. Liftbediening
4-7