Inspectie / onderhoud
8
Smering van de wormwielaandrijving
8.2.1
Algemeen
8.2.2
Bouwgrootte CMS50S
8.2.3
Bouwgrootte CMS71L/M
72
De informatie hierna is slechts bedoeld als advies. Ze vervangt niet de afzonderlijke pro-
jectering van de desbetreffende toepassing.
In principe verdient een voortdurende nasmering (door bijv. het aansluiten van een
smeersysteem, zie hoofdstuk 5.5) de voorkeur boven een nasmering met intervals.
Vooral bij planeetwieloverbrengingen die, afhankelijk van de constructie, een 2- tot 5-
voudig hogere behoefte aan smeermiddel laten zien dan kogelomloopspilaandrijvingen,
is een nasmering met intervals in het algemeen niet raadzaam.
De hoeveelheid smeervet die in de elekrocilinder wordt aangebracht, hoopt zich
op binnenin de aandrijving. Na uiterlijk 5 jaar dienen de verbruikte smeermiddelen
uit het binnenste van de motor te worden verwijderd.
De onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door mederwerkers van SEW
worden uitgevoerd. Daarbij wordt de spil verwijderd en wordt het oude smeer-
middel van het oppervlak van de spil verwijderd.
Standaard is er voor de handmatige nasmering met de vetspuit een kegelsmeernippel
DIN71412 [1] gemonteerd aan de spilmoer in het motorbinnenste. De smeernippel is te
bereiken via de afsluitschroeven [1]. Daarvoor dient de aandrijving langzaam in bewe-
ging te worden gezet totdat de smeerpositie (zie hoofdstuk 4.4) zichtbaar is.
Standaard is er voor de handmatige nasmering met de vetspuit een kegelsmeernipppel
DIN71412 [1] gemonteerd aan de motor.
[1]
60524AXX
[1]
Technische handleiding – Elektrocilinder CMS
60523AXX