Elektrische installatie
5
Connectormontage
5
Elektrische installatie
5.1
Connectormontage
34
•
Let tijdens de installatie altijd op de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 2!
•
Pas voor het schakelen van de rem contacten van de gebruikscategorie AC-3
volgens EN 60947-4-1 toe.
•
Bij elektrocilinders die op een regelaar zijn aangesloten moeten de aansluit-
voorschriften van de fabrikant van de frequentieregelaar worden aange-
houden. Raadpleeg altijd de technische handleiding van de servoregelaar.
Niet voor CMS71M met speciale steker.
De kabelinvoer van de vermogens- en signaalleidingen verloopt via instelbare haakse
connectoren. Als u de contrasteker hebt aangebracht, kan de haakse connector zonder
extra gereedschap worden uitgelijnd. Een koppel van ongeveer 10 Nm is nodig om de
connector uit te lijnen.
Onjuiste montage kan leiden tot beschadiging van de connector!
Als u de connector vastdraait op een verkeerde insteekpositie kan het contactblok los-
raken, waardoor de connector onherstelbaar wordt beschadigd.
Let bij het plaatsen van vermogens- en signaalconnectoren op de volgende punten:
•
controleer of de insteekpositie correct is;
•
controleer of de vergrendelnok in de juiste stand staat;
•
controleer of de connectorvergrendeling zonder grote krachtsinspanning kan worden
gedraaid.
Let op de toegestane buigradius van de kabels.
De haakse connectoren kunnen worden gedraaid totdat ze de gewenste positie hebben
bereikt.
De draaibaarheid van de connector is alleen bedoeld voor de installatie en de aanslui-
ting op de motor. Het is niet de bedoeling dat de connector regelmatig wordt gedraaid
nadat deze is geïnstalleerd.
Technische handleiding – Elektrocilinder CMS