Inbedrijfstelling
I
6
Voorwaarden voor de inbedrijfstelling
0 0
6
Inbedrijfstelling
6.1
Voorwaarden voor de inbedrijfstelling
Vóór de inbedrijfstelling
68
•
Neem de veiligheidsaanwijzingen in de verschillende hoofdstukken in acht
•
De in hoofdstuk 9 aangegeven technische gegevens moeten absoluut in acht
worden genomen
•
De spil dient tegen verdraaiing te zijn geborgd (Æ Elektrocilinder CMS71L in de toe-
passing inbouwen) anders wordt de harmonica vernietigd.
•
De aandrijving moet onbeschadigd zijn en mag niet geblokkeerd zijn.
•
Als de aandrijving langere tijd wordt opgeslagen, moeten de in het hoofdstuk "Voor-
bereiding" genoemde maatregelen zijn getroffen.
•
Alle aansluitingen moeten correct worden uitgevoerd.
•
De draairichting van de elektrocilinder moet juist zijn. Let op de positie van de spil en
de draairichting van de elektrocilinder.
•
Alle beschermkappen moeten correct zijn gemonteerd.
•
Alle motorbeveiligingen moeten actief zijn.
•
Let er bij een hijswerkapplicatie op dat de rem correct functioneert.
•
Er mogen geen andere potentiële risico's aanwezig zijn.
•
De motor dient correct te draaien (geen overbelasting, geen toerentalvariaties, geen
sterke geluidsontwikkeling, enz.).
•
Het juiste remkoppel dient te zijn ingesteld overeenkomstig de betreffende toepas-
sing (Æ hoofdstuk "Technische gegevens").
•
Bij problemen (Æ hoofdstuk "Bedrijfsstoringen")
Bij de optie smeerinrichting gaat u naar hoofdstuk 8.6.
Technische handleiding – Elektrocilinder CMS