Om te stoppen, zet u beide rijhendels terug in de
neutraalstand.
Figuur 21
Achteruitrijden
1. Zet de rechterrijhendel in de middelste
onvergrendelde stand.
2. Beweeg de rijhendels langzaam naar achteren
(Figuur 22).
Figuur 22
De machine stoppen
Om de machine te stoppen, moet u de rijhendels
in de neutraalstand zetten, de rechterrijhendel in
de vergrendelde neutraalstand zetten, de aftakas
uitschakelen en het contactsleuteltje naar de stand UIT
draaien.
Als u de machine achterlaat, moet u tevens de
parkeerrem in werking stellen; zie Parkeerrem in
werking stellen in de gebruiksaanwijzing. Denk erom
dat u het sleuteltje uit het contact haalt.
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen
als zij de machine verplaatsen of proberen te
bedienen terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en
stel de parkeerrem in werking wanneer u de
machine onbeheerd achterlaat, ook al is het
slechts voor een paar minuten.
Machine met de hand duwen
Dankzij de omloopventielen kan de machine met de
hand worden geduwd zonder dat de motor loopt.
Belangrijk: U moet de machine altijd met de
hand duwen. Slepen van de machine kan schade
aan het hydraulische systeem veroorzaken.
De machine duwen
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem
in werking.
2. Open de omloopventielen op beide pompen door
deze 1 tot 2 slagen linksom te draaien. Hierdoor
kan de hydraulische vloeistof langs de pomp worden
geleid en kunnen de wielen draaien (Figuur 23).
Opmerking: Draai de omloopventielen maximaal
2 slagen om te voorkomen dat deze uit de machine
komen en er vloeistof gaat lekken.
22