;,
à
lltr
.)'
.1iii
::;
6
A{stelling stationnair
toerentaI
controleren
(450
-
500
tp*).
Alle
bouten
en
moeren
van
motor
en
accessoires
natrekken
Denk
speciaal
aan
inspuit-
en
vacuum-
pomp
(event,
compressor),
Motor
uitwendig
reinigen,
Stuurhuis
Bouten
aanhalen. Eventuele
speling
corrigeren.
Versnellingsbak
Olie
verversen,
Het
altappen
kan
het
beste
gebeu
ren,
nadat
de
wagen
enige
tijd
gereden
heeft.
De
olie
is
dan
warmer
(dunner)
en vloeit
ge-
makkelijker
weg,
Bevestigingsbouten
aanhalen,
Achteras
Olie
verversen
(zie
versnellingsbak),
Alle
bouten
en
moeren
aanhalen,
Oliepeil
in
schak,elkastje
van
schakel-
as
controleren.
Verwijder
niveauplug
(aan
voorzijde)
en vul
zonodig
bij
met
SAE 10
olie.
Voorwielaf
stellin
g
De
controle
van de
wieluitlilning
dient
te
geschieden
aan
de
hand
van
de
volgende
gegevens:
Na
loop
Vlucht
Fuseepenhel
I i
ng
foes
poo
r
Wiellagers
10
45'
+
30;'
10
-f
30'
Bo
È
10'
1-3
mm
Wielnaven
demonteren
en
wiellagers
schoonmaken
en
invetten,
Het
vet
goed
in de
lagers
kneden,
doch
niet
de
naaf
vu
llen,
Remmen
Rembekrachtiger
Lucht{ilter
in
cabine
reinigen
en
in
motorolie
dompelen,
Afb.30.
Rembekrachtiger
luchtfilter
Veren
Bouten
van
veerophangingen
aan-
draaíen
om
eventuele speling
tussen
de
rubber
bussen
op
te
he{fen,
Moe-
ren van
veerstroppen
aantrekken,
Schokbrekers
Werking
schokbrekers
controleren
en
zo
nodig
bilstellen.
Aandrijf
as
Flensbouten
van
kruiskoppelingen
en
ophangbouten
va
n
tussen
lager
aan-
halen
Cabine
Bouten
en
moeren
aanhalen.
Koplampen
A{stelling controleren
(zie bladz'
44)'
Chassis
Geheel
rein igen
,
51
7,
Remvoeringen, remtrommels
en
wiel-
ifFmcilinders
controleren.
'.
{ffiilter
van
bandenvulf
les
reinigen.
'
.*'
tìb'-
- L
'''/'
kl,
'
"',&4t
r
'"s'
' r'tt
.