5
6
M4
[OK]
5
Controleer of <PAPER SIZE> (papierformaat) wordt weergegeven en
druk vervolgens op [OK].
6
Druk op [
vervolgens op [OK].
<A4>, <B5>, <A5R>, <LGL>, <LTR>, <STMTR>, <EXECUTIV>, <OFICIO>, <B-OFI>,
<M-OFI>, <FOLIO>, <G-LTR>, <G-LGL>, <FLSP>, <COM10>*
1
<ISO-C5>*
, <ISO-B5>*
1
*
Voor enveloppen
Als u dit formaat selecteert, wordt <ENVELOPE> (enveloppe) automatisch geselecteerd als
papiersoort, en verschijnt het display om de papiersoort te selecteren niet. Ga naar stap 9.
2
*
Voor afwijkende papierformaten.
Als u dit formaat selecteert, geeft u het verticale formaat op bij <VERTICAL SIZE>
(verticaal form.) (76 tot 216 mm) met de numerieke toetsen, en drukt u vervolgens op [OK].
Geef het horizontale formaat op bij <HORIZONTAL SIZE> (horizontaal form.) (127 tot 356 mm)
met de numerieke toetsen, en druk vervolgens op [OK].
U kunt ook drukken op [
(<VERTICAL SIZE> (verticaal form.) staat voor de lengte van het papier dat in het apparaat
wordt gevoerd.)
COPY
SEND
SCAN
OK
] of [
] om het papierformaat te selecteren en druk
1
2
, <FREESIZE>*
] of [
] om het formaat op te geven.
@./
ABC
DEF
1
2
3
C
Log In/Out
GHI
JKL
MNO
ID
4
5
6
PQRS
TUV
WXYZ
7
8
9
◆
0
#
T
1
, <MONARCH>*
ON/OFF
1 2 3
1
1
, <DL>*
,
3-12