SYSTEM SETTINGS (systeeminstell.)
2. FAX DRIVER TX
9. CHECKING THE LOG
AAN
UIT
10.USE DEVICE USB
14-47
Hiermee stelt u in of u het verzenden van faxen vanaf een
computer via het faxstuurprogramma wilt beperken.
– AAN
– UIT
Hiermee stelt u in of u het log wilt weergeven.
Hiermee kunt u logbevestigingen inschakelen via de toets
[System monitor] (Systeemmonitor).
Hiermee kunt u logbevestigingen uitschakelen via de
toets [System monitor] (Systeemmonitor). Er wordt niet
automatisch een activiteitenrapport afgedrukt.
Hiermee stelt u in of u taken via de USB-interface wilt
beperken.
– AAN
– UIT