ADDRESS BOOK SET. (adresboekinst.)
7. DIVIDE INTO PAGES
(in pagina's verdelen)
OFF (uit)
ON (aan)
8. IMAGEQUALITY
(beeldkwaliteit)
9. ORIGINAL TYPE
(oorspr. type)
SMB
1. NAME (naam)
2. HOST NAME
(naam vd host)
3. FILE PATH
(Pad bestand)
4. LOGIN NAME
(aanmeldnaam)
5. PASSWORD
(wachtwoord)
6. IMAGE FORMAT
(afbeeldingsformaat)
7. DIVIDE INTO PAGES
(in pagina's verdelen)
14-23
Hiermee bepaalt u of meerdere afbeeldingen worden
verzonden als afzonderlijke bestanden of als één enkel
bestand.
Hiermee verzendt u meerdere afbeeldingen als een enkel
bestand zonder deze op te splitsen.
Hiermee scheidt u meerdere afbeeldingen om deze te
verzenden als afzonderlijke bestanden.
Hiermee stelt u de resolutie in van het document dat u
verzendt.
(200x200dpi, 200x400dpi, 300x300dpi, 400x400dpi,
600X600dpi, 100X100dpi, 150X150dpi, 200x100dpi)
(Zie hoofdstuk 1 "Geavanceerde verzendfuncties"
in de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Hiermee stelt u het oorspronkelijke type in voor het
document dat u verzendt.
– TEXT/PHOTO (tekst/foto)
– TEXT (tekst)
– PHOTO (foto)
Hiermee kunt u SMB-adressen opslaan.
Hiermee wordt de naam van de ontvanger opgeslagen
(max. 16 tekens, inclusief spaties).
Hiermee kunt u de naam van de bestandsserver opslaan
(max. 120 tekens).
Hiermee kunt u de baan naar de bestandsserver opslaan
(max. 120 tekens).
Hiermee kunt u de aanmeldnaam opslaan om toegang te
krijgen tot de bestandsserver (max. 24 tekens).
Hiermee kunt u het wachtwoord opslaan om toegang te
krijgen tot de bestandsserver (max. 14 tekens).
Hiermee stelt u het bestandsformaat in.
– PDF
– TIFF (Z/W)
– PDF (COMPACT)
– JPEG
Hiermee bepaalt u of meerdere afbeeldingen worden
verzonden als afzonderlijke bestanden of als één enkel
bestand.