ADDRESS BOOK SET. (adresboekinst.)
3. FILE PATH
(Pad bestand)
4. LOGIN NAME
(aanmeldnaam)
5. PASSWORD
(wachtwoord)
3. CODED SPD DIAL
(verkort kiezen)
FAX
1. NAME (naam)
2. TEL NUMBER
ENTRY
(telefoonnummer)
3. OPTIONAL
SETTING
(optionele inst.)
OFF (uit)
ON (aan)
1. ECM
2. TX SPEED
(TX snelheid)
3. INTERNATIONAL
(internationaal)
Hiermee kunt u de baan naar de bestandsserver opslaan
(max. 120 tekens).
Hiermee kunt u de aanmeldnaam opslaan om toegang
te krijgen tot de bestandsserver (max. 24 tekens).
Hiermee kunt u het wachtwoord opslaan om toegang
te krijgen tot de bestandsserver (max. 14 tekens).
Hiermee slaat u de bestemmingen op voor de codes
voor verkort kiezen. U kunt maximaal 177 bestemmingen
opslaan. (Zie "Snelkeuzetoetsen/Codes voor verkort
kiezen opslaan/bewerken," op pag. 4-27.)
Hiermee kunt u faxnummers opslaan.
Hiermee wordt de naam van de ontvanger opgeslagen
(max. 16 tekens, inclusief spaties).
Hiermee wordt het faxnummer van de ontvanger
opgeslagen (max. 120 tekens, inclusief spaties).
Hiermee selecteert u de optionele instellingen voor het
verzenden van faxen.
De optionele instelling is niet ingesteld.
De optionele instelling is ingesteld.
Hiermee bepaalt u of u de ECM (foutcorrectiemodus)
wilt gebruiken.
– ON (aan)
– OFF (uit)
Hiermee selecteert u de verzendsnelheid.
(33600 bps, 14400 bps, 9600 bps, 4800 bps)
Hiermee selecteert u een modus voor documenten
die u wilt verzenden.
– DOMESTIC (nationaal)
– LONG DISTANCE 1 (internationaal 1)
– LONG DISTANCE 2 (internationaal 2)
– LONG DISTANCE 3 (internationaal 3)
(Zie "Faxnummers opslaan," op pag. 4-28.)
14-26