TX/RX SETTINGS (TX/RX instell.)
2. IMAGE QUALITY
(beeldkwaliteit)
3. IMAGE FORMAT
(afbeeldings-
formaat)
4. ORIGINAL TYPE
(oorspr. type)
5. DIVIDE INTO
PAGES (in
pagina's verdelen)
6. DIRECT TX
(directe TX)
6. SEND SETTINGS
(verzendinstell.)
1. TX FILE NAME
(TX
bestandsnaam)
2. SUBJECT
(onderwerp)
3. MESSAGE TEXT
(berichttekst)
14-13
Hiermee stelt u de standaard beeldkwaliteit in voor het
document dat u verzendt.
(200x200dpi, 200x400dpi, 300x300dpi, 400x400dpi,
600X600dpi, 100X100dpi, 150X150dpi, 200x100dpi)
Hiermee stelt u het standaard bestandsformaat in voor
het document dat u verzendt.
– PDF
– TIFF (Z/W)
– PDF (COMPACT)
– JPEG
Hiermee stelt u het standaard oorspronkelijke type in voor
het document dat u verzendt.
– TEXT/PHOTO (tekst/foto)
– TEXT (tekst)
– PHOTO (foto)
Hiermee stelt u in of u <DIVIDE INTO PAGES>
(in pagina's verdelen) standaard wilt gebruiken.
– OFF (uit)
– ON (aan)
Hiermee stelt u in of u <DIRECT TX> (directe TX)
standaard wilt gebruiken.
– OFF (uit)
– ON (aan)
Hiermee stelt u de opties in voor het verzenden van
documenten naar een e-mail- of I-faxadres, of naar een
bestandsserver.
Hiermee stelt u de naam in van het document dat u verzendt
naar een e-mail- of I-faxadres, of naar een bestandsserver.
(max. 24 tekens, inclusief spaties.)
Hiermee stelt u het onderwerp in voor uw e-mail-/
I-faxbericht. (max. 40 tekens, inclusief spaties.)
Hiermee stelt u de berichttekst in voor uw e-mail-/
I-faxbericht. (max. 140 tekens, inclusief spaties.)