Bevestiging, toestand en werking van hefmast, hefmastkettingen, hefcilinders
en eindaanslagen controleren
Reinig de hefmastgeleidingen en ketting.
Controleer de toestand van de ketting en
controleer op slijtage, in het bijzonder in de
buurt van de geleiderollen.
Controleer de bevestiging van de ketting
aan het kettinganker.
Vervang beschadigde kettingen.
GEVAAR
Ongevalrisico door verkeerd aangebrachte kettin-
gen!
Kettingen mogen alleen worden vervangen door
gekwalificeerd personeel.
Slangdrager controleren
OPMERKING
Bij heftrucks met duplex- of triplex-hefmast
en een extra hydraulisch systeem bevindt zich
binnen in de mastconstructie een slangdrager,
die de dubbele slangen spant en geleidt.
Triplex-hefmast
Controleer of de zeskantbout (2) goed
vastzit.
Aanhaalmoment: 49 Nm
Controleer of de zeskantbout (3) goed
vastzit.
Aanhaalmoment: 23 Nm
Controleer of de bout met verzonken kop
(5) goed vastzit.
Aanhaalmoment: 39 Nm
Controleer of de spanveren (7) goed op hun
plaats zitten.
Controleer de spanning van de geleiderol-
len (1) door de hendel (6) in de richting van
de pijl te duwen.
Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014
OPMERKING
Enkele beschadigde of ontbrekende kunst-
stofschakels hebben geen negatieve gevol-
gen voor de werking of de levensduur.
Controleer de toestand en bevestiging van
de hefmast, geleidingsvlakken en rollen.
Controleer de toestand, bevestiging en
werking van de eindaanslagen.
Controleer de bevestiging van de hefcilin-
ders.
Controleer of de borgring van de zuiger-
stangbevestiging boven aan de hefmast
goed op zijn plaats zit.
5
Onderhoud
Lasthefinrichting
201