De achterruitwisser staat in de stand voor
continu wissen. De voorruitwisser staat in de
stand voor intermitterend wissen.
Zet de tuimelschakelaar (8) in de middelste
stand.
Beweeg de multifunctionele hendel (1) naar
voren.
De achterruitwisser blijft wissen zolang de
hendel wordt bediend.
Dakruitwisser inschakelen
Zet de tuimelschakelaar (9) in de middelste
stand.
Beweeg de multifunctionele hendel (1) naar
achteren.
De dakruitwisser en de voorruitwisser staan in
de stand voor intermitterend wissen.
Schakel de tuimelschakelaar (9) helemaal
om.
Beweeg de multifunctionele hendel (1) naar
achteren.
De dakruitwisser staat in de stand voor continu
wissen. De voorruitwisser staat in de stand
voor intermitterend wissen.
Zet de tuimelschakelaar (9) in de middelste
stand.
Beweeg de multifunctionele hendel (1) naar
voren.
De dakruitwisser blijft wissen zolang de hendel
wordt bediend.
Ruitenwisser/-sproeier inschakelen
Druk de multifunctionele hendel (1) hele-
maal in.
Voorruitwisser sproeit en wist
Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014
4
Gebruik
Speciale uitrusting
109