Knipperlichten inschakelen
Duw de richtingaanwijzerschakelaar (1)
aan het stuur omhoog.
De richtingaanwijzers rechts knipperen. Het
indicatielampje (2) in de displayeenheid
knippert.
Duw de richtingaanwijzerschakelaar (1)
aan het stuur omlaag.
De richtingaanwijzers links knipperen. Het
indicatielampje (2) in de displayeenheid
knippert.
Verlichting achter
OPMERKING
De beide verlichtingsunits achter bevatten
respectievelijk het remlicht, het achterlicht en
de richtingaanwijzer.
Bedieningshandleiding – 386 801 1509 NL – 05/2014
2
4
Gebruik
Speciale uitrusting
e3871167
105