De voedingsspanning en -frequentie staan vermeld
op het typeplaatje van de pomp. Voor spanningstole-
rantie: zie paragraaf
10. Technische
troleer of de motor geschikt is voor de voedingsspan-
ning die aanwezig is op de installatielocatie.
Alle pompen worden geleverd met 10 m kabel en
een vrij kabeluiteinde.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voorafgaand aan de installatie en de
eerste inschakeling van de pomp con-
troleert u de voedingskabel op zichtbare
defecten om kortsluiting te voorkomen.
Een eventuele vervanging van de voe-
dingskabel dient te worden uitgevoerd
door Grundfos of een door Grundfos
erkend servicebedrijf.
3.2.1 Bedradingschema's
Eenfasepompen
De pomp bezit een gepatenteerde inschakelfunctie
waardoor een startcondensator niet meer nodig is.
De bedrijfscondensator maakt deel uit van de pomp.
Afb. 2
Bedradingsschema voor eenfase pom-
pen
Driefasenpompen
De pompmotor is zodanig ontworpen dat de fase-
volgorde in de klemmenkast met de klok mee gaat.
Dit kan worden bepaald met een fasevolgordedetec-
tor. De pomp schakelt niet in bij een onjuiste fase-
volgorde.
Als de droogloopsensoren in de vloeistof onderge-
dompeld zijn maar de pomp schakelt niet in, dan kan
dit worden veroorzaakt door een onjuiste fasevolg-
orde. Verwissel L1 en L2.
8
gegevens. Con-
2 A 230 VAC
Afb. 3
Bedradingsschema voor driefasen pom-
pen
Grundfos CIU
CIU staat voor "Communicatie-interface Unit" en CIU
wordt gebruikt als een communicatie-interface tus-
sen een SL1 of SLV AUTO
communicatienetwerk.
CIU is optioneel. Zie de afzonderlijke installatie- en
bedieningsinstructies die bij de unit worden gele-
verd.
3.2.2 Alarmrelais of communicatieverbinding
In de pomp is een alarmrelaisuitgang opgenomen.
NC en NO zijn beschikbaar en kunnen naar wens
worden gebruikt, bijvoorbeeld voor akoestische of
visuele alarmmeldingen. Maximale belasting van
relais bedraagt 230 VAC 2 A.
Als alternatief kunnen de draden 4 en 6 worden
gebruikt voor externe communicatie via een CIU.
Als een CIU is aangesloten, gebruikt u
geen relais. In de CIU is een relais opge-
nomen dat de alarmfunctie overneemt.
Voor een voorbeeld van het aansluitschema wordt
verwezen naar de documentatie die met de CIU
wordt meegeleverd.
3.2.3 Voedingsvereiste
De maximaal toegestane systeemimpedantie Zmax
moet 0,24 ohm bij 50 Hz bedragen op het interface-
punt van de voeding van de gebruiker of de stroom-
capaciteit, die 100 A per fase bedraagt, geleverd via
een distributienetwerk.
Zo niet, dan kan er een gering spanningsverlies
optreden, dat kan resulteren in het kort knipperen
van een elektrisch lampje.
Raadpleeg de elektriciteitsmaatschappij, indien
nodig, om te controleren of de stroomcapaciteit op
het interfacepunt voldoende is voor de apparatuur.
pomp en een data-
ADAPT