4.3 In- en uitschakelniveaus
4.3.1 Het inschakelniveau instellen
Het inschakelniveau van de pomp kan worden beïn-
vloed door de barometrische druk. Bij lange interval-
len tussen in- en uitschakeling kan het inschakelni-
veau afwijken van het ingestelde niveau. Zie de
onderstaande voorbeelden.
Voorbeeld 1: Constante barometrische druk
De pomp schakelt in wanneer het vloeistofniveau in
de put het ingestelde inschakelniveau heeft bereikt.
De pomp draait dan tot het vloeistofniveau het uit-
schakelniveau bereikt. Wanneer de pomp uitscha-
kelt, kalibreert de pomp zichzelf op basis van de
daadwerkelijke barometrische druk. Zie afb. 7.
Pomp werkt
Barometrische druk
Afb. 7
Voorbeeld 1: Constante barometrische
druk
Voorbeeld 2: Stijgende barometrische druk
Als de barometrische druk daalt nadat de pomp is
uitgeschakeld, dan registreert de pomp deze daling
als een daling in vloeistofniveau. Het gevolg kan zijn
dat de pomp inschakelt voordat het ingestelde
inschakelniveau is bereikt. Zie afb. 8.
Pomp werkt
Barometrische druk
Afb. 8
Voorbeeld 2: Stijgende barometrische
druk
Inschakelniveau
Uitschakelniveau
Inschakelniveau
Uitschakelniveau
Voorbeeld 3: Dalende barometrische druk
Als de barometrische druk daalt nadat de pomp is
uitgeschakeld, registreert de pomp deze daling als
een daling in vloeistofniveau. Het gevolg kan zijn dat
de pomp inschakelt nadat het ingestelde inschakelni-
veau is bereikt. Zie afb. 6.
Daarom dient de afstand tussen het uitschakelniveau
van de pomp en de instroomopening naar de put ten
minste 50 cm te bedragen. Zie afb. 9.
Pomp werkt
Barometrische druk
Afb. 9
Voorbeeld 3: Dalende barometrische
druk
De pomp biedt droogloopbeveiliging via
twee droogloopsensoren die aan beide zij-
den van de elektronische unit geplaatst
zijn. Als het waterpeil daalt tot beneden
een droogloopsensor, schakelt de pomp
onmiddellijk uit en kan deze niet worden
ingeschakeld voordat de sensoren weer
volledig zijn ondergedompeld.
De sensoren moeten regelmatig worden
gereinigd, afhankelijk van de neerslag of
aanslag op de sensoren in de put.
Inschakelniveau
Uitschakelniveau
11