8.5 Reinigen van de sensoren
De onderstaande reinigingsintervallen zijn richtlijnen
en dienen te worden aangepast voor de specifieke
put.
Reinigingsintervallen voor niet-explosieveilige
pompen
De volgende tabel bevat de aanbevolen reinigingsin-
tervallen voor sensoren in niet-explosieveilige pom-
pen. Deze reinigingsintervallen dienen als richtlijn.
Wij adviseren u het juiste reinigingsniveau vast te
stellen op basis van uw ervaring en de samenstelling
van het afvalwater in de specifieke toepassing.
Afvalwater dat
Afvalwater
droog vast
dat vet
materiaal of
bevat
vezels bevat
3 maanden
6 maanden
Reinigingsintervallen voor sensoren in
explosieveilige pompen
Reinigingsintervallen van de sensoren in
explosieveilige pompen zijn verplicht om te
waarborgen dat de explosieveiliging pomp
correct werkt.
Na de reiniging moeten beide droogloop-
sensoren apart worden gecontroleerd op
een juiste werking.
Als de droogloopsensoren niet correct
functioneren, bestaat het risico op drooglo-
pen van het hydraulische onderdeel van
de pomp, waardoor ontbranding kan optre-
den.
De volgende tabel bevat de aanbevolen reinigingsin-
tervallen voor sensoren in explosieveilige pompen.
Afvalwater dat
Afvalwater
droog vast
dat vet
materiaal of
bevat
vezels bevat
3 maanden
6 maanden
20
Afvalwater zon-
der vet, droog
vast materiaal of
vezels
12 maanden
Ga als volgt te werk:
Zie afb. 14.
1. Niveausensor (7):
2. Schakel de voedingsspanning naar de pomp in.
3. Controleer of de pomp inschakelt en tot aan het
Afvalwater zon-
De werking van de droogloopsensoren
der vet, droog
controleren
vast materiaal of
vezels
1. Bedek één droogloopsensor met een natte doek.
2. Schakel de pomp in en laat deze werken tot op
6 maanden
3. Herhaal deze controle met de andere sensor.
Afb. 14 Plaats van niveau- en droogloopsenso-
ren
Spoel de sensor met schoon water.
Droogloopsensoren (10):
Spoel de droogloopsensoren met schoon water
en reinig met een zachte borstel.
droogloopniveau verpompt.
Gebruik geen andere reinigingsmiddelen
dan in dit boekje vermeld, om schade aan
de sensoren te vermijden.
Als de droogloopsensoren niet in de vloei-
stof zijn ondergedompeld, dan kan de
pomp niet inschakelen.
het droogloopniveau.
– De pomp moet worden uitgeschakeld op het
droogloopniveau.