8.6 De waaierspeling bijstellen
De SLV pompen (SuperVortex) met halfopen waaier
hebben geen bijstelling van de waaier nodig.
SL1 pompen
Voor positienummers tussen haakjes, zie afb.
in Bijlage.
Ga als volgt te werk:
1. Draai de borgbouten los (188b).
2. Draai de stelbouten (189) los en druk op de slijta-
geplaat (162) totdat deze de waaier raakt.
3. Draai de stelbouten zodanig vast dat de slijtage-
plaat nog steeds de waaier raakt. Draai dan alle
stelbouten ongeveer een halve keer losser.
Zorg ervoor dat de waaier vrij kan draaien
zonder de slijtageplaat te raken.
4. Draai de borgbouten vast.
5. Draai de waaier met de hand om te controleren of
deze niet de slijtageplaat raakt.
Zie ook paragraaf
8.7 Het pomphuis
Afb. 15 Pomp bekeken vanaf inlaatzijde
8.7 Het pomphuis reinigen
Voor positienummers tussen haakjes, zie afb.
in Bijlage.
Ga als volgt te werk:
Ontmantelen
1. Maak de klem (92), waarmee het pomphuis aan
de motor is bevestigd, los en verwijder deze.
2. Til het motorgedeelte uit het pomphuis (50).
Omdat de waaier is vastgemaakt aan het
aseinde, wordt de waaier samen met het motor-
gedeelte verwijderd.
3. Reinig het pomphuis en de waaier.
Montage
1. Plaats het motorgedeelte met waaier in het
pomphuis.
2. Plaats de klem (92) en maak deze vast.
Zie ook paragraaf
8.8 Controleren/vervangen van de
asafdichting.
8.8 Controleren/vervangen van de
Controleer de olie om er zeker van te zijn dat de
asafdichting intact is.
Als de olie meer dan 20 % water bevat, is de asaf-
3
en
4
dichting defect en moet deze worden vervangen. Als
de asafdichting niet wordt vervangen, raakt de motor
beschadigd.
Als de olie helder is, dan kan deze worden herge-
bruikt. Zie ook paragraaf
onderhouden.
Voor positienummers tussen haakjes, zie afb.
in Bijlage.
Ga als volgt te werk:
1. Maak de klem (92), waarmee het pomphuis aan
de motor is bevestigd, los en verwijder deze.
2. Til het motorgedeelte uit het pomphuis (50).
Omdat de waaier is vastgemaakt aan het
aseinde, wordt de waaier samen met het motor-
gedeelte verwijderd.
3. Verwijder de bout (188a) van het asuiteinde.
reinigen.
4. Verwijder de waaier (49) van de as.
5. Laat de olie uit de oliekamer lopen. Zie paragraaf
8.4 Oliecontrole en
is een complete unit voor alle pompen.
6. Verwijder de bouten (188a) die de asafdichting
(105) borgen.
7. Til de asafdichting (105) uit de oliekamer met
behulp van het hefboomlprincipe met de twee
demontagegaten in de behuizing van de asaf-
dichting (58) en twee schroevendraaiers.
8. Controleer de toestand van de bus (103) waar de
secundaire afdichting van de asafdichting de bus
raakt. De bus moet intact zijn. Als de bus versle-
ten is en vervangen moet worden, moet de pomp
worden gecontroleerd door Grundfos of een
erkend servicebedrijf.
Als de bus intact is, gaat u als volgt te werk:
1. Controleer en reinig de oliekamer.
3
en
4
2. Smeer de vlakken die in contact komen met de
asafdichting in met olie.
3. Plaats de nieuwe asafdichting (105) met gebruik-
making van de plastic bus die bij de set is gele-
verd.
4. Draai de bouten (188a) die de asafdichting bor-
gen vast tot 16 Nm.
5. Plaats de waaier. Zorg dat de spie (9a) juist
geplaatst is.
6. Plaats de bout (188a) en draai deze aan tot 22
Nm om de waaier te bevestigen.
7. Plaats het pomphuis (50).
8. Plaats de klem (92) en maak deze vast.
9. Vul de oliekamer met olie. Zie paragraaf
8.4 Oliecontrole en
Zie paragraaf
speling rondom de waaier in te stellen.
asafdichting
8. Het product servicen en
-vervanging. De asafdichting
-vervanging.
8.6 De waaierspeling bijstellen
3
en
4
om de
21