6 sonar (MCU)
6.3 Transportcontroles
6.3
Transportcontroles
6.4
De Sessienavigator
1
2
3
1. Stop. Stopt het afspelen.
2. Lus. Schakelt looping in/uit.
3. Afspelen / pauzeren. Start het afspelen op de huidige
afspeelcursorpositie. Druk nogmaals om het afspelen te pauzeren.
4. Terugspoelen. Druk één keer om het afspelen terug te zetten per maat, seconde, frame of
basissamplefrequentie, afhankelijk van de modus. Als u ingedrukt houdt, wordt sneller teruggespoeld.
5. Snel vooruitspoelen. Druk één keer om het afspelen per maat vooruit te zetten,
seconde-, frame- of basissamplefrequentie, afhankelijk van de modus.
Als u ingedrukt houdt, wordt sneller vooruitgespoeld.
6. Opnemen. Start de opname op de huidige afspeelcursorpositie
voor tracks die geschikt zijn voor opnemen.
De Session Navigator biedt snelle bedieningselementen die u nodig hebt om door uw
sessie en uw workflow te navigeren. Elke knop verandert de functies van de drukknop-
encoder en de knoppen Volgende en Vorige aan beide kanten. Druk op Shift met een van
deze knoppen om toegang te krijgen tot de F1-F8 echoloodfuncties.
1
2
3
1. Kanaal. Encoder- en navigatieknoppen scrollen en selecteren individuele kanalen.
2. Meester. Navigatieknoppen om door kanalen te bladeren. Op het moment van publicatie
is controle over de masterfader in Sonar niet beschikbaar.
3. Zoomen. Encoder regelt horizontaal zoomen.
Navigatieknoppen regelen verticaal zoomen.
4. Klik. Op het moment van publicatie is click niet beschikbaar in Sonar.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers
4
5
4
5
6
7
Gebruikershandleiding
6
8
48