3
Pro Tools (HUI)
3.4 De Sessienavigator
3.4
De Sessienavigator
3.4.1 F1-F8-functies
De Session Navigator biedt snelle navigatie en sessiebediening. Elke knop
verandert de functies van de drukknop-encoder en de knoppen Volgende en
Vorige aan beide kanten.
1
2
3
1. Kanaal. Encoder- en navigatieknoppen passen de momenteel zichtbare faderbank
op de FaderPort met één kanaal aan.
2. Meester. Deze functie is niet beschikbaar in de HUI-modus.
3. Zoomen. Encoder- en navigatieknoppen regelen horizontaal zoomen.
4. Klik. Schakelt de metronoom in en uit. Let op: Dit werkt alleen als er een clicktrack is
aangemaakt voor de Pro Tools-sessie.
5. Bladeren. Druk één keer om audio scrubben in te schakelen. Druk twee keer om sneller audio scrubben
in te schakelen. Druk op Stop of op een andere Session Navigator-knop om het scrubben uit te schakelen.
6. Sectie. Deze functie is niet beschikbaar in de HUI-modus.
7. Bank. Encoder- en navigatieknoppen scrollen door kanalen in banken van zestien of
acht (afhankelijk van het model).
8. Markering. Encoder- en navigatieknoppen scrollen door markeringen 1-9. Druk op Encoder om
een markering neer te zetten. Druk op Shift en Marker om door de gereedschappen te bladeren.
Door tijdens een sessie op de rechter Shift-knop te drukken
De navigatieknoppen bieden toegang tot de volgende functies:
• F1. Volume voor schrijfinschakeling.
• F2. Schrijven inschakelen dempen.
• F3. Schrijf pan inschakelen en pan verzenden.
• F4. Schrijven inschakelen verzendvolume.
• F5. Plug-in voor schrijven inschakelen.
• F6. Schrijven inschakelen verzenden dempen.
• F7. Schakel tussen Fader Fixed of Velocity in de Edit Plug-in-modus.
• F8. Blader door tools.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers
4
7
5
6
Gebruikershandleiding
8
20