Studio One Artist-functies — 2 Fadermodi — 21 Wat zit er in de doos – 3 3.6.1 Plug-ins bewerken — 21 Wat staat er in uw Mijn PreSonus-account — 4 3.6.2 Verzendmodus — 22 Firmware-updates — 4 3.6.3 Pan-modus — 23 Studio Eén —...
Pagina 3
5.5 Automatiseringscontroles — 42 8.1.2 Implementatie — 58 Fadermodi — 42 8.1.3 DAW-configuratie van de MIDI-modus — 59 5.6.1 Plug-ins bewerken — 43 De MIDI-modus gebruiken met DAW-bedieningsmodus — 59 Mengbeheer — 43 8.2.1 DAW-configuratie voor MIDI-modus — 59 Sonar (MCU) — 44 MIDI-toewijzingen —...
1 1.1 Gebruikershandleiding Overzicht Invoering Bedankt voor uw aankoop van de PreSonus® FaderPort® 16 of FaderPort 8 meerkanaals productiecontroller. Met ultragladde, aanraakgevoelige, gemotoriseerde faders; digitale krabbelstroken; volledige automatisering en transportcontroles; en de unieke Session Navigator, FaderPort meerkanaalscontrollers maken het mixen in uw favoriete DAW-toepassing snel en eenvoudig.
Zodra u uw FaderPort op my.presonus.com registreert, vindt u in uw gebruikersaccount een licentie voor PreSonus Studio One Artist-opnamesoftware en meer dan 4 GB aan plug-ins, loops en samples. Studio One Artist biedt alle tools en functies die u nodig heeft voor moderne opnames en productie.
1. Overzicht FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 1.6 Firmware-updates Gebruikershandleiding Universal Control waarschuwt u als er nieuwe firmware beschikbaar is voor uw FaderPort. Als u op de knop Firmware bijwerken klikt, wordt het updateproces gestart. Dit proces kan maximaal vijf minuten duren. Aan het einde van de firmware-update wordt u gevraagd uw FaderPort opnieuw op te starten.
Opmerking: Naast Studio One moet deze bedieningsmodus worden gebruikt met andere DAW's die native FaderPort-ondersteuning bieden. Een volledige lijst met native-support DAW- applicaties is beschikbaar op www.presonus.com. Nadat u uw modus heeft geselecteerd, drukt u op de knop Selecteren onder het scherm "Exit" om UITGANG uw FaderPort opnieuw op te starten.
3. Klik in de fabrikantenlijst aan de linkerkant op PreSonus en selecteer vervolgens het juiste FaderPort-model. 4. Stel de velden Verzenden naar en Ontvangen van in op “PreSonus FP16 Poort 1” of “PreSonus FP8” (afhankelijk van model). Uw FaderPort is nu klaar voor gebruik.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio Eén 2 2.3 Kanaalstrip Gebruikershandleiding 2. Klik op Plaatsing. U zou uw FaderPorts in het gedeelte Niet-gegroepeerd moeten zien. 3. Klik en sleep uw FaderPort-pictogrammen naar het Groep 1-gebied. 4. Klik en sleep de pictogrammen naar links of rechts, zodat ze overeenkomen met de plaatsing van de FaderPorts op uw bureau.
Studio Eén FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 2 2.4 Transportcontroles Gebruikershandleiding 2.3.1 Selecteer Knopmodificatoren Arm. Als u op de Arm-knop drukt, kunt u de track inschakelen voor opname door op de Select-knop van de overeenkomstige track te drukken. Alles inschakelen. Druk op Shift + Arm om alle tracks in te schakelen voor opname. 2.3.2 Solo en Mute Wissen Solo en Dempen Helder.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio Eén 2.5 De Sessienavigator Gebruikershandleiding 1. Kanaal. Encoder regelt het scrollen van individuele kanalen. Navigatieknoppen passen de momenteel zichtbare faderbank op de FaderPort aan met één bank van acht of zestien kanalen (afhankelijk van het model). 2.
Als u op Shift drukt met Pan, wordt de ingangsversterkingsmodus ingeschakeld. Zie paragraaf 2.7.4 voor meer informatie. Opmerking: De PreSonus FaderPort 8 en FaderPort 16 bieden nu volledige ondersteuning van de extra panmodi die zijn toegevoegd met Studio One 6.1.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio Eén 2 2.7 Fadermodi Gebruikershandleiding De Pan-knop op beide apparaten heeft nu de volgende nieuwe opties: • Pan (zonder shift): schakelen tussen panoverzicht en panfocusmodus • Modus Panoverzicht: regelt de panning voor het momenteel geselecteerde kanaal. Druk hierop om de panpositie weer in het midden te zetten.
Studio Eén FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 2 2.7 Fadermodi Gebruikershandleiding 1. Gebruik de knoppen Volgende en Vorige in de Sessienavigator om naar aanvullende parameters te gaan. 2. Druk nogmaals op de knop Plug-ins bewerken om terug te keren naar de weergave voor invoegselectie. Opties omzeilen Druk op de bypass-knop om elke plug-in op het geselecteerde kanaal te omzeilen.
Studio Eén FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 2 2.8 Mengbeheer Gebruikershandleiding Uw FaderPort biedt twee manieren om uw Cue Mix-verzendingen te bekijken en te controleren: individueel en globaal. Druk één keer tegelijk op de Shift- en Sends-knoppen om de verzendniveaus voor alle verzendingen op het momenteel geselecteerde kanaal te regelen. Spoor 1 Cuemix 1 Cuemix 2...
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio Eén 2 2.9 Geavanceerde Studio One-bedieningselementen Gebruikershandleiding Met de Mix Management-knoppen kunt u als volgt filteren welke kanaaltypen u vanaf uw FaderPort kunt bekijken en bedienen: 1. Audio/ingangen. Druk hierop om alleen audiotracks te bekijken. Druk op Shift + Audio om alle ingangskanalen te bekijken.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio Eén 2 2.9 Geavanceerde Studio One-bedieningselementen Gebruikershandleiding Klik met de rechtermuisknop op een FaderPort-besturingselement en selecteer “Assign Command” om uw FaderPort aan te passen. In de Control Link-modus kunt u voor elke plug-in de parameters aanpassen die in de plug-inmodus worden weergegeven.
Nadat u uw FaderPort op uw computer en de voeding hebt aangesloten, schakelt u deze in en schakelt u de voeding in en start u Pro Tools om de FaderPort in te stellen als een HUI-apparaat. De FaderPort 16 vereist dat u hem configureert als twee HUI-apparaten, terwijl u voor de FaderPort 8 hem alleen als één HUI-apparaat hoeft te...
Gebruikershandleiding 3. Stel de menu's Ontvangen van en Verzenden naar in op “PreSonus FP16 Poort 1” of “PreSonus FP8” (modelafhankelijk). Of u nu de FaderPort 16 of FaderPort 8 gebruikt, de #Ch's moeten op 8 worden ingesteld. 4. ALLEEN FaderPort 16: Maak een tweede HUI-apparaat en stel de menu's Ontvangen van en Verzenden naar in op "PreSonus FP16 Port 2"...
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Pro Tools (HUI) 3 3.3 Transportcontroles Gebruikershandleiding 3.2.1 Selecteer Knopmodificatoren Arm. Als u op de Arm-knop drukt, kunt u de track inschakelen voor opname door op de Select-knop van de overeenkomstige track te drukken. Alles inschakelen. Druk op Shift + Arm om alle tracks in te schakelen voor opname. Druk nogmaals om alle nummers uit te schakelen.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Pro Tools (HUI) 3.4 De Sessienavigator Gebruikershandleiding De Sessienavigator De Session Navigator biedt snelle navigatie en sessiebediening. Elke knop verandert de functies van de drukknop-encoder en de knoppen Volgende en Vorige aan beide kanten. 1. Kanaal. Encoder- en navigatieknoppen passen de momenteel zichtbare faderbank op de FaderPort met één kanaal aan.
Pagina 24
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Pro Tools (HUI) 3 3.5 Automatiseringsbesturingen Gebruikershandleiding Automatiseringscontroles 1. Vergrendelen / Opslaan. Schakelt Latch Automation in op het momenteel geselecteerde nummer. Druk twee keer tegelijk op de SHIFT- en Latch-knoppen om uw sessie op te slaan. 2. Bijsnijden/opnieuw uitvoeren. Schakelt de trimautomatiseringsmodus in of uit voor de Latch-, Write- en Touch-automatiseringsmodi.
<C> <C> <C> <C> 2. Druk op SHIFT met de knop Selecteren voor het kanaal dat u wilt bekijken. Opmerking voor FaderPort 16-gebruikers: vanwege de beperkingen van het HUI-protocol heeft u alleen Voeg 1-4 in Vox 1 Pitch II BF-76...
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Pro Tools (HUI) Gebruikershandleiding 3 3.7 Sessiebeheer 3. Druk nogmaals op de knop Verzenden om terug te keren naar de verzendslotselectieweergave. 4. Druk op de knop Selecteren onder het scherm Afsluiten (kanaal 8 of 16, afhankelijk van het model) om terug te keren naar de Track-modus. 3.6.3 Pan-modus Als u op de Pan-knop drukt, kunt u de pan voor elk nummer aanpassen met behulp van de faders.
Nadat u uw FaderPort op uw computer en de voeding hebt aangesloten, schakelt u deze in en start u Logic. De FaderPort 16 wordt automatisch geconfigureerd als twee apparaten: een Mackie Control Universal en een Mackie Control Extender. De FaderPort 8 wordt alleen automatisch geconfigureerd als een Mackie Control Universal-apparaat.
Pagina 28
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Logica (MCU) 4.1 Aan de slag Gebruikershandleiding 1. Als u Geavanceerde voorkeuren niet hebt ingeschakeld, gaat u naar Logic Pro | Voorkeuren | Geavanceerd gereedschap… 2. Schakel 'Geavanceerde hulpmiddelen weergeven' in. 3. Ga naar Logic Pro | Bedieningsoppervlakken | Opgericht… 4.
Pagina 29
7. Klik met de rechtermuisknop op het Mackie-besturingselement in de Control Surface Setup en selecteer Show/Hide Inspector. 8. Stel in de Inspector de invoer- en uitvoerpoorten in op “PreSonus FP16 Port 1” of “PreSonus FP8” (afhankelijk van het model). FaderPort 8-gebruikers: uw FaderPort 8 is nu klaar voor gebruik! FaderPort 16-gebruikers: Ga door met de resterende stappen om de installatie te voltooien.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 4.2 Kanaalstrip Gebruikershandleiding 12. Selecteer het Mackie Control Extender-apparaat en stel de invoer- en uitvoerpoorten in op "PreSonus FP16 Port 2" in de Inspector. Uw FaderPort 16 is nu klaar voor gebruik. Genieten! Kanaalstrook 1. Kanaalnaam. Toont de kanaalnaam.
4 Logica (MCU) FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 4.3 Transportcontroles Gebruikershandleiding Verschuiving (links). Deze knop werkt hetzelfde als de Shift-knop op een MCU en biedt een alternatieve functie voor bekende knoppen. Koppeling. Deze knop werkt hetzelfde als de bedieningsknop op een MCU. Wanneer ingedrukt, wordt de groepskoppeling ingeschakeld en worden kanaalstrookgroepen tijdelijk uitgeschakeld.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Logica (MCU) 4.4 De Sessienavigator Gebruikershandleiding De Sessienavigator De Session Navigator biedt snelle navigatie en sessiebediening. Elke knop verandert de functies van de drukknop-encoder en de knoppen Volgende en Vorige aan beide kanten. 1. Kanaal. Encoder- en navigatieknoppenbediening verplaatst de huidige bank met één kanaal.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Logica (MCU) 4.4 De Sessienavigator Gebruikershandleiding 4.4.1 F1-F8-functies Als u op de rechter Shift-knop drukt met een van de Session Navigator-knoppen, krijgt u toegang tot uw eerste acht schermsets. Deze knoppen kunnen opnieuw worden toegewezen met behulp van Logic's Key Commands Editor: •...
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Logica (MCU) 4.4 De Sessienavigator Gebruikershandleiding Grote markeermodus In de Grote Marker-modus besturen de Select-knoppen de volgende functies: Markering1 Markering2 Markering3 Markering4 Markering5 Creëren Cr zonder Verwijderen 1. Selecteer 1. Markering 1 2. Selecteer 2. Markering 2 3.
4 Logica (MCU) FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 4.5 Automatiseringsbesturingen Gebruikershandleiding Automatiseringscontroles 1. Vergrendelen / Opslaan. Schakelt Latch Automation in op het momenteel geselecteerde nummer. Druk tegelijkertijd op de SHIFT- en Latch-knoppen om uw sessie op te slaan. Druk op de knoppen Shift, Macro en Latch om het menu Opslaan als te openen. 2.
4 Logica (MCU) FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 4.6 Fadermodi Gebruikershandleiding 4.6.1 Plug-ins bewerken De FaderPort biedt twee verschillende modi om plug-ins binnen Logic te besturen: Plug-in Mixer en Plug-in Channel Views. Om de Plug-in Mixer-weergave in te schakelen: 1. Druk één keer op Plug-ins bewerken. P1 wordt weergegeven op scherm 1. trap trap trap...
4 Logica (MCU) FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 4.6 Fadermodi Gebruikershandleiding Om de plug-inkanaalweergavemodus in te schakelen: 1. Druk tweemaal op Plug-ins bewerken. “PL” wordt weergegeven in scherm 1. Hierdoor wordt elke invoegpositie voor het momenteel geselecteerde kanaal in de krabbelstroken weergegeven. trap trap trap...
4 Logica (MCU) FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 4.7 Mengbeheer Gebruikershandleiding Mengbeheer 1. Audio/ingangen. Druk hierop om alleen audiotracks te bekijken. Druk op Shift + Audio om alle ingangskanalen te bekijken. 2. VI/MIDI. Druk hierop om alleen instrumenttracks te bekijken. Druk op Shift + VI om MIDI-tracks te bekijken. 3.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Cubase / Nuendo (MCU) Gebruikershandleiding 5.1 Aan de slag Cubase / Nuendo (MCU) Aan de slag De standaardbedieningsmodus voor de FaderPort is Studio One. Om over te schakelen naar Cubase- werking, schakelt u het apparaat in terwijl u de eerste twee selectieknoppen ingedrukt houdt. Hierdoor wordt het opstartmodusscherm geopend en krijgt u de mogelijkheid om te selecteren welke Controle bedieningsmodus u wilt gebruiken.
Pagina 40
Mackie Control-apparaten maken: één voor de rechteroever en één voor de linkeroever. De FaderPort 16 beschikt over twee MIDI-poorten wanneer deze op een computer is aangesloten. In de MCU (Cubase)-modus bestuurt MIDI-poort 1 de linkerbank van acht faders.
Mackie Control-apparaat toe te voegen. 7. Selecteer “Mackie Control” in het vervolgkeuzemenu. 8. Stel de MIDI-invoer en -uitvoer voor Mackie Control 2 in op 'PreSonus FP16 Port 1'. 9. Klik op ‘Toepassen’. Opmerking: De poortvolgorde is van cruciaal belang voor een goede functionaliteit. Het eerste Mackie Control- apparaat moet worden ingesteld op Poort 2 en het tweede Mackie Control-apparaat moet worden ingesteld op Poort 1.
Pagina 42
5 5.2 Kanaalstrip Gebruikershandleiding Of u nu de FaderPort 16 of de FaderPort 8 gebruikt, u zult de Mackie Control- apparaten in de compatibiliteitsmodus moeten zetten. Om dit te doen, selecteert u zowel de Mackie Control als de Mackie Control 2 (alleen FaderPort 16) in Studio | Menu Meer opties.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Cubase / Nuendo (MCU) 5 5.3 Transportcontroles Gebruikershandleiding 5.2.1 Selecteer Knopmodificatoren Arm. Als u op de Arm-knop drukt, kunt u de track inschakelen voor opname door op de Select-knop van de overeenkomstige track te drukken. Alles inschakelen. Druk op de rechter Shift+Arm om de momenteel gefocuste reeks tracks in te schakelen voor opname.
Pagina 44
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Cubase / Nuendo (MCU) 5.4 De Sessienavigator Gebruikershandleiding De Sessienavigator De Session Navigator biedt snelle bedieningselementen die u nodig hebt om door uw sessie en uw workflow te navigeren. Elke knop verandert de functies van de drukknop-encoder en de knoppen Volgende en Vorige aan beide kanten.
Pagina 45
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Cubase / Nuendo (MCU) 5 5.5 Automatiseringsbesturingen Gebruikershandleiding Automatiseringscontroles 1. Vergrendelen / Opslaan. Druk hierop om de sessie op te slaan, met of zonder SHIFT ingeschakeld. 2. Bijsnijden/opnieuw uitvoeren. Druk hierop om de laatste actie opnieuw uit te voeren, met of zonder SHIFT ingeschakeld. 3.
<C> <C> <C> • Fader 2 (FaderPort 8) / Fader 10 (FaderPort 16). Schakelt geselecteerde Insert in/uit. • Fader 3 (FaderPort 8) / Fader 11 (FaderPort 16). Bladert door beschikbaar plug-ins. Tip voor ervaren gebruikers: voor de beste ervaring dient u de plug-in die u wilt bewerken te instantiëren voordat u de modus Plug-ins bewerken activeert.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Sonar (MCU) 6.1 Aan de slag Gebruikershandleiding Sonar (MCU) Aan de slag De standaardbedieningsmodus voor de FaderPort is Studio One. Om naar Sonar-bediening over te schakelen, schakelt u het apparaat in terwijl u de eerste twee selectieknoppen ingedrukt houdt. Hierdoor wordt het opstartmodusscherm geopend en krijgt u de mogelijkheid om te selecteren welke Controle bedieningsmodus u wilt gebruiken.
Pagina 48
FaderPort 16-gebruikers: Omdat Mackie Control Universal een 8-kanaals protocol is, moet u twee apparaten maken: één Mackie Control en één Mackie ControlXT. 1. Ga in Sonar naar Bewerken | Voorkeuren | MIDI | Apparaten en controleer PreSonus FP16 of PreSonus FP8. FaderPort 16 Gebruikers moeten ook MIDIIN2 (PreSonus FP16) aanvinken als MIDI- ingangen en PreSonus FP16 en MIDIOUT2 (PreSonus FP16) als MIDI-uitgangen.
10. Klik op de knop Eigenschappen besturingsoppervlak. 11. Klik in het venster Eigenschappen besturingsoppervlak op de knop Lay-out configureren. 12. Druk op uw FaderPort 16 op de Marker-knop. 13. Draai de Pan/Param-encoder één klik naar rechts, totdat de krabbelstroken verschijnen weergave 1-16.
6 sonar (MCU) 6.2 Kanaalstrip Gebruikershandleiding 14. Klik in Sonar op de knop “Druk opnieuw als u klaar bent” en sluit het venster. Uw FaderPort 16 is nu klaar voor gebruik. Genieten! Kanaalstrook 1. Kanaalnaam. Toont de kanaalnaam. trap 2. Meten. Geeft de kanaalmeting weer. Dit kan worden in- of uitgeschakeld door op SHIFT plus de drukknop-encoder in de Session Navigator te drukken.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 6 sonar (MCU) 6.3 Transportcontroles Gebruikershandleiding Transportcontroles 1. Stop. Stopt het afspelen. 2. Lus. Schakelt looping in/uit. 3. Afspelen / pauzeren. Start het afspelen op de huidige afspeelcursorpositie. Druk nogmaals om het afspelen te pauzeren. 4. Terugspoelen. Druk één keer om het afspelen terug te zetten per maat, seconde, frame of basissamplefrequentie, afhankelijk van de modus.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 6 sonar (MCU) 6.5 Automatiseringsbesturingen Gebruikershandleiding 5. Bladeren. Encoder- en navigatieknoppen regelen het scrollen door de tijdlijn. 6. Sectie. Encoder- en navigatieknoppen verschuiven de huidige bank met één kanaal. 7. Bank. Encoder- en navigatieknoppen scrollen door kanalen in banken van zestien of acht (afhankelijk van het model).
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 6 sonar (MCU) 6.7 Mengbeheer Gebruikershandleiding 6.6.1 Modus Plug-ins bewerken Als u op Plug-ins bewerken drukt, wordt het eerste invoegslot voor elk kanaal in de krabbelstroken weergegeven. Druk op de knop Selecteren onder een van de insteekslots om die plug-in in of uit te schakelen. Spoor 1 Spoor2 Spoor3...
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Ableton Live (MCU) 7.1 Aan de slag Gebruikershandleiding Ableton Live (MCU) Aan de slag Standaard is de bedieningsmodus op de FaderPort ingesteld op Studio One. Om over te schakelen naar Ableton Live-bediening, schakelt u het apparaat in terwijl u de eerste twee selectieknoppen ingedrukt houdt. Hierdoor wordt het opstartmodusscherm geopend en krijgt u de mogelijkheid om te selecteren welke Controle bedieningsmodus u wilt gebruiken.
Ableton Live (MCU) Gebruikershandleiding 7.1 Aan de slag FaderPort 16-gebruikers: Omdat Mackie Control Universal een 8-kanaals protocol is, moet u twee apparaten maken: één Mackie Control en één Mackie ControlXT. 1. Ga naar Live | Voorkeuren 2. Kies het tabblad Link MIDI en stel Control Surface 1 in op Mackie Control en de invoer en uitvoer naar "PreSonus FP16 (poort 1)"...
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Ableton Live (MCU) 7 7.2 Kanaalstrip Gebruikershandleiding Kanaalstrook 1. Kanaalnaam. Toont de kanaalnaam en het huidige faderniveau trap wanneer een fader wordt aangeraakt. 2. Weergave verschuiven. Toont de huidige panpositie van het kanaal. 3. Pannen/param. Regelt de panning voor het momenteel geselecteerde kanaal in de Track-modus.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Ableton Live (MCU) 7 7.3 Transportcontroles Gebruikershandleiding 7.2.2 Functies voor het bewerken van knoppen selecteren Het selecteren van een track biedt verschillende krachtige bewerkingsfuncties. Elke functie is afhankelijk van welke fadermodus actief is. Track-modus • Pan. Terwijl de Track-modus actief is, regelt de Pan/Parameter-encoder de panpositie voor die track. Plug-ins bewerken •...
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Ableton Live (MCU) 7.4 De Sessienavigator Gebruikershandleiding De Sessienavigator De Session Navigator biedt snelle navigatie en sessiebediening. Elke knop verandert de functies van de drukknop-encoder en de knoppen Volgende en Vorige aan beide kanten. 1. Kanaal. Encoder- en navigatieknoppen verschuiven de huidige bank in stappen van één kanaal.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Ableton Live (MCU) 7 7.5 Automatiseringsbesturingen Gebruikershandleiding Automatiseringscontroles 1. Vergrendelen / Opslaan. Op het moment van publicatie is deze functie niet beschikbaar in Live. 2. Bijsnijden/opnieuw uitvoeren. Druk op om de laatste actie opnieuw uit te voeren. 3.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Ableton Live (MCU) 7 7.7 Mengbeheer Gebruikershandleiding 2. Druk op de Select-knop onder een van de invoegposities om de parameters van die plug-in te bewerken. Gebruik de Pan/Param-knop om toegang te krijgen tot extra parameters. Ins1Pl Ins2Pl Ins3Pl Ins4Pl Ins5Pl...
MIDI-modus FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 8.1 Aan de slag Gebruikershandleiding MIDI-modus Aan de slag Standaard is de bedieningsmodus op de FaderPort ingesteld op Studio One. Om naar MIDI-besturing over te schakelen, schakelt u het apparaat in terwijl u de eerste twee selectieknoppen ingedrukt houdt. Hierdoor wordt het opstartmodusscherm geopend en krijgt u de mogelijkheid om te selecteren welke bedieningsmodus u wilt gebruiken.
Op Windows wordt de MIDI-poort voor de MIDI-modus "PreSonus FP8 MIDIIN2" en "PreSonus FP8 MIDIOUT2" genoemd voor de FaderPort 8, en voor de FaderPort 16 "FP16 MIDIIN3" en "FP16 MIDIOUT3". Wanneer u Studio One gebruikt, moet dit worden ingesteld als een “Nieuw toetsenbord”- apparaat in het menu “Externe apparaten”.
Om Studio One Artist te installeren, logt u in op uw Mijn PreSonus-account en registreert u uw FaderPort. Uw productsleutel voor Studio One Artist wordt automatisch geregistreerd op uw Mijn PreSonus-account, samen met uw hardwareregistratie.
PreSonus Marketplace. Studio Eén opzetten Studio One Artist is ontworpen om met PreSonus-interfaces te werken en biedt unieke interoperabiliteit en vereenvoudigde installatie. Wanneer Studio One Artist wordt gestart, wordt u standaard naar de startpagina geleid. Op deze pagina vindt u...
In het midden van de startpagina ziet u het gebied Instellingen. Studio One Artist scant uw systeem automatisch op alle beschikbare stuurprogramma's en selecteert een stuurprogramma. Standaard zal het een PreSonus-stuurprogramma kiezen als er een beschikbaar is. 1. Klik op de link Audio-interface configureren om uw audio-interfacestuurprogramma te selecteren.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 9 9.2 Studio Eén opzetten Gebruikershandleiding 9.2.2 MIDI-apparaten configureren Vanuit het venster Externe apparaten in Studio One Artist kunt u uw FaderPort, MIDI- toetsenbordcontroller, geluidsmodules en bedieningsoppervlakken configureren. In dit gedeelte wordt u begeleid bij het instellen van uw FaderPort en andere MIDI-toetsenbordcontrollers en geluidsmodules.
Pagina 69
9 9.2 Studio Eén opzetten Gebruikershandleiding 3. Klik in het menu aan de linkerkant op de PreSonus-map en selecteer “FaderPort 16” of “FaderPort 8” in de vervolgkeuzelijst. 4. Selecteer in de vervolgkeuzemenu's Ontvangen van en Verzenden naar "PreSonus FP16 Poort 1" of "PreSonus FP8".
Pagina 70
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 9 9.2 Studio Eén opzetten Gebruikershandleiding 1. Klik op de koppeling Externe apparaten configureren in het gebied Instellingen op de startpagina om het venster Externe apparaten te openen. 2. Klik op de knop Toevoegen. Hierdoor wordt het venster Apparaat toevoegen geopend. 3.
Pagina 71
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 9 9.2 Studio Eén opzetten Gebruikershandleiding 6. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Ontvangen van de MIDI-interface-ingang waarvan Studio One Artist MIDI-gegevens zal ontvangen (dat wil zeggen, de MIDI-poort waarop uw toetsenbord is aangesloten). Tip voor ervaren gebruikers: Selecteer in het vervolgkeuzemenu Verzenden naar de MIDI- interface-uitgang waarvandaan uw Studio One Artist MIDI-gegevens naar uw toetsenbord zal sturen.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 9 9.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding 2. Selecteer uw apparaat in het menu aan de linkerkant. Als uw apparaat niet in de lijst staat, selecteert u Nieuw instrument. Op dit punt kunt u de naam van uw toetsenbord aanpassen door de fabrikant en de apparaatnaam in te voeren.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 9 9.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding 2. Geef in het venster Nieuw nummer uw nummer een naam en kies de map waarin u zich bevindt waarvan u wilt dat deze wordt opgeslagen. Aan de linkerkant ziet u een lijst met sjablonen. Deze sjablonen bieden snelle instellingen voor een verscheidenheid aan apparaten en opnamesituaties.
Pagina 74
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 9 9.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding 3. Vanaf het tabblad Ingangen kunt u een of alle ingangen op uw apparaat inschakelen audio-interface die u beschikbaar wilt hebben. Wij raden u aan om voor elk van de ingangen op uw interface een mono-ingang te creëren.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 9 9.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding 9.3.2 Audio- en instrumenttracks maken 1. In de linkerbovenhoek van het venster Schikken ziet u dit meerdere knoppen. De knop helemaal rechts is de knop Tracks toevoegen. Klik op deze knop om het venster Tracks toevoegen te openen.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 9 9.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding 9.3.3 Een audiotrack opnemen 1. Om te beginnen met opnemen, maakt u een audiotrack vanuit het venster Tracks toevoegen, stelt u de ingang in op Ingang 1 op uw audio-interface en sluit u een microfoon aan op dezelfde ingang.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Studio One Artist-snelstart 9 9.3 Een nieuw nummer creëren Gebruikershandleiding Virtuele instrumenten met slepen en neerzetten Om een virtueel instrument aan uw sessie toe te voegen, opent u de browser en klikt u op de knop Instrument. Selecteer het instrument of een van de patches in de Instrumentbrowser en sleep het naar de Arrange-weergave.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 10 Uw FaderPort aanpassen 10.1 Faders afstemmen Gebruikershandleiding 10 Uw FaderPort aanpassen Er zijn verschillende handige aanpassingsfuncties beschikbaar voor uw FaderPort. Hiermee kunt u de fadergevoeligheid aanpassen, het contrast aanpassen en meer. Selecteer Controle Modus OPGERICHT Studio OPGERICHT UITGANG (Logica)
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 10 Uw FaderPort 10.3-testmodi aanpassen Gebruikershandleiding 10.3 Testmodi Uw FaderPort is uitgerust met meerdere testmodi om de elektrische functionaliteit Testen van al zijn componenten te verifiëren. Druk op Selecteren Testen Versie: Afstemmen Afstemmen Fabriek Weergave Weergave Faders Standaard Contrast Aanraken...
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers 10 Uw FaderPort 10.5-weergaveopties Gebruikershandleiding aanpassen Helderheid Druk op de knop Selecteren onder 'Helderheid van het scherm' om de weergave-instellingen Weergave van uw Scribble Strip aan te passen. U kunt kiezen tussen Dim, Medium en Helder. Testen Versie: 2.00 Afstemmen...
Om te updaten, bankier naar links of rechts. FaderPort 16: Eerste acht faders Spiegels Tweede acht faders. Als uw FaderPort 16 fader back zich in twee identieke banken van acht splitst, is deze niet correct geconfigureerd. Over het...
Gebruik een MIDI pitch bend-bericht om faderbewegingen te verzenden en faderposities te ontvangen. FaderPort 8. Kanalen 0-7 worden gebruikt om respectievelijk faders 1-8 te adresseren. FaderPort 16. Kanalen 0-15 worden gebruikt om respectievelijk faders 1-16 te adresseren. Faders Ontvangen Ex, ll, hh...
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Bijlage 11.2 FaderPort Multichannel Controller MIDI-protocol Gebruikershandleiding Modus N-waarde Krabbelstrookmodus Beschrijving Voorbeeld 0x00 3 regels tekst* en waardebalk: Standaard modus Drumstel Regel 0: Kleine min. 7 tekens Lijn 1: Kleine min. 7 tekens 1111 Lijn 2: Grote min. 4 tekens 0x01 Alternatieve standaardmodus 3 regels tekst* en waardebalk:...
Pagina 88
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers Bijlage 11 11.2 FaderPort Multichannel Controller MIDI-protocol Gebruikershandleiding Tekenreeks verzenden: Stuur de sms-berichten naar de krabbelstroken. Ontvangen: <SysExHdr> 12, xx, yy, zz, tx,tx,tx,... F7 xx = tekenstrook-ID 0-7 yy = regelnummer 0-3 zz = uitlijningsvlag en normaal/omgekeerd •...