Pro Tools (HUI)
3 3.5 Automatiseringsbesturingen
3.5
Automatiseringscontroles
3.6
Fader-modi
1
2
3
4
3.6.1
Plug-ins bewerken
1
6
1. Vergrendelen / Opslaan. Schakelt Latch Automation in op het momenteel geselecteerde nummer. Druk
twee keer tegelijk op de SHIFT- en Latch-knoppen om uw sessie op te slaan.
2. Bijsnijden/opnieuw uitvoeren. Schakelt de trimautomatiseringsmodus in of uit
voor de Latch-, Write- en Touch-automatiseringsmodi. Op het moment van
publicatie is Redo geen ondersteunde HUI-functie.
3. Uit / Ongedaan maken. Schakelt automatisering uit op het momenteel geselecteerde nummer.
Druk tegelijkertijd op de SHIFT- en Off-knoppen om de laatste actie ongedaan te maken.
4. Lezen / Gebruiker 3. Schakelt leesautomatisering in op het momenteel geselecteerde nummer.
5. Write / User 2. Schakelt schrijfautomatisering in op het momenteel geselecteerde nummer.
6. Touch / User 1. Schakelt Touch Automation in op het momenteel geselecteerde nummer.
Let op: Op het moment van publicatie zijn de gebruikersfuncties niet beschikbaar in Pro Tools.
De faders op de FaderPort kunnen worden gebruikt om niveaus in te stellen, plug-
inparameters te besturen, verzendniveaus in te stellen en voor elke track te pannen.
1. Volg. Wanneer de Track-modus actief is, zullen de gemotoriseerde faders de kanaalniveaus
weergeven en regelen. Druk tegelijkertijd op Shift en Track om de tijdcode op de krabbelstroken
weer te geven. Zie paragraaf 3.6.4 voor meer informatie.
2. Plug-ins bewerken. Als de Edit Plug-ins-modus actief is, besturen de gemotoriseerde faders de
parameterinstellingen. De krabbelstrook geeft de parameter weer die elke fader regelt. Zie
paragraaf 3.6.1 voor meer informatie.
3. Verzendt. Wanneer de Send-modus actief is, regelen de gemotoriseerde faders de
verzendniveaus. Zie paragraaf 3.6.2 voor meer informatie.
4. Pannen. Wanneer de panmodus actief is, zullen de gemotoriseerde faders de kanaalpan weergeven en
regelen. Wanneer deze niet actief is, regelt de Pan/Param-knop links van de krabbelstroken de panning
voor het momenteel geselecteerde kanaal. Zie paragraaf 3.6.3 voor meer informatie.
Terwijl u in de HUI-modus in Pro Tools werkt, kunt u met het inschakelen van Edit Plug-ins Faders
en Select-knoppen 1-4 de parameters en schakelaars van de gerichte plug-in besturen. De
krabbelstrook boven elke fader geeft de parameter weer die door de fader en de Select-knop
wordt bestuurd.
Opmerking: vanaf Pro Tools 8.0.5 ondersteunt Avid niet langer nieuwe ontwikkelingen voor het HUI-
protocol en heeft HUI binnen Pro Tools gelaten als een Legacy Protocol. Ondersteuning voor het bewerken
van plug-ins varieert sterk van plug-in-ontwikkelaar tot ontwikkelaar en werkt in sommige gevallen mogelijk niet.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers
2
3
5
4
Gebruikershandleiding
21