Inhoudsopgave
Advertenties
Cubase / Nuendo (MCU)
5 5.2 Kanaalstrip
5.2
Kanaalstrook
R44
Trap
Of u nu de FaderPort 16 of de FaderPort 8 gebruikt, u zult de Mackie Control-
apparaten in de compatibiliteitsmodus moeten zetten.
Om dit te doen, selecteert u zowel de Mackie Control als de Mackie Control 2
(alleen FaderPort 16) in Studio | Menu Meer opties.
Selecteer in de pop-upvensters Cubase in het menu.
Uw FaderPort is nu klaar voor gebruik. Genieten!
1. Panwaarde. Geeft panwaarde weer terwijl panning actief wordt aangepast.
1
2
2. Meten. Geeft de kanaalmeting weer. Dit kan worden in- of
3
uitgeschakeld door op SHIFT plus de drukknop-encoder in de
4
Session Navigator te drukken.
3. Kanaalnaam. Toont de kanaalnaam.
5
4. Pan-weergave. Toont de huidige panpositie van het kanaal.
5. Pannen/param. Regelt de panning voor het momenteel geselecteerde kanaal.
6
6. Selecteer Knop. Met deze knop selecteert u het overeenkomstige kanaal in
Cubase. Zie sectie 5.2.1 voor alternatieve functies en modi.
7. Solo. Isoleert het uitgangssignaal van het corresponderende kanaal in de mix.
7
8. Dempen. Dempt het uitgangssignaal van het corresponderende kanaal.
8
9. Aanraakgevoelige fader. Deze gemotoriseerde fader van 100 mm kan worden
gebruikt om volumeniveaus, aux send-niveaus, panning of plug-in-parameters te
regelen, afhankelijk van de modus. Zie paragraaf 5.6 voor meer informatie.
9
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers
Gebruikershandleiding
39
Advertenties
Inhoudsopgave
