Interne FX-busbedieningen — 28 1.4 Wat zit er in de doos — 3 5.2.3 Aux- en FX-buskanaalverzendingen — 28 1.5 Wat staat er in uw Mijn PreSonus-account — 3 5.2.4 Monitormixen creëren — 29 5.2.5 Interne FX-mixen creëren — 30 Aan de slag –...
Pagina 3
Grafische equalizer — 47 6.3.1 Het grafische EQ-menu en de bedieningselementen — 49 6.3.2 GEQ-voorinstellingen opslaan en laden — 50 Systeemmenu — 51 6.4.1 LCD-contrast en LCD-achtergrondverlichting — 51 6.4.2 Aux Send-positie — 52 6.4.3 MIDI-besturingsmodus — 52 6.4.4 Vergrendelingsmodus — 53 6.4.5 Firmwareversie —...
Overzicht Invoering Dank u voor uw aankoop van de PreSonus StudioLive® 16.0.2 USB digitale prestatie- en opnamemixer. PreSonus Audio Electronics heeft de StudioLive ontworpen gebruik van hoogwaardige componenten om optimale prestaties te garanderen die lang meegaan levenslang. Geladen met 12 XMAX™-microfoonvoorversterkers met hoge hoofdruimte; een ingebouwde 18x16 USB 2.0 opname- en afspeelengine;...
Dit helpt u problemen tijdens de installatie en configuratie te voorkomen. Deze handleiding behandelt de hardwarefuncties voor de StudioLive 16.0.2 USB. Een aparte handleiding behandelt de StudioLive 16.0.2 USB- softwarebibliotheek en het aansluiten en gebruiken van uw StudioLive met een computer.
4 PreSonus-opname 4 PreSonus universele bediening Tip voor ervaren gebruikers: Alle bijbehorende software en stuurprogramma's voor uw PreSonus StudioLive 16.0.2 USB-mixer kunnen worden gedownload via uw Mijn PreSonus-gebruikersaccount. Bezoek alstublieft http://my.presonus.com en registreer uw StudioLive 16.0.2 USB-mixer om downloads en licenties...
StudioLive® 16.0.2 USB- Aan de slag 2 2.1 gebruikershandleiding Procedure voor niveau-instelling Aan de slag Voordat u begint, volgen hier enkele algemene vuistregels: 4 Zet altijd de hoofdfader en zowel de Monitor- als de Phones-knoppen in het Monitor- gedeelte omlaag voordat u aansluitingen maakt. 4 Voordat u een microfoon aansluit of loskoppelt terwijl andere kanalen actief zijn, dempt u het kanaal waarmee u verbinding maakt.
Pagina 9
StudioLive® 16.0.2 USB- Aan de slag 2 2.1 gebruikershandleiding Procedure voor niveau-instelling 3. Zet alle faders op uw StudioLive omlaag naar de instelling ÿ. 4. Zorg ervoor dat de Mic/Line-knop op kanaal 1 helemaal tegen de klok in staat. 5. Sluit uw StudioLive aan op een stopcontact en zet hem aan. 6.
Pagina 10
StudioLive® 16.0.2 USB- Aan de slag 2 2.1 gebruikershandleiding Procedure voor niveau-instelling 9. Spreek of zing in je microfoon op ongeveer hetzelfde volume als je tijdens het optreden verwacht. 10. Draai de trimknop op kanaal 1 met de klok mee terwijl u naar de eerste meter in de kijkt Vet kanaal.
Aansluiting Aansluitingen op het achterpaneel Microfooningangen. Uw StudioLive is uitgerust met 12 PreSonus XMAX microfoonvoorversterkers voor gebruik met alle soorten microfoons. De XMAX-voorversterker heeft een klasse A-ingangsbuffer, gevolgd door een dubbele servo-versterkingstrap. Deze opstelling resulteert in ultralage ruis en brede versterkingsregeling, waardoor u signalen kunt versterken zonder ongewenste achtergrondgeluiden te versterken.
Pagina 12
StudioLive® 16.0.2 USB- Aansluiting 3.1 Aansluitingen op het achterpaneel gebruikershandleiding Talkback-microfooninvoer en -trim. De StudioLive heeft geen ingebouwde talkback-microfoon; er moet een externe microfoon worden gebruikt. Fantoomvoeding is altijd ingeschakeld op deze microfoonvoorversterker, zodat u zowel een dynamische microfoon als een condensatormicrofoon kunt gebruiken. Dit is de trimregelaar die de versterking van de Talkback-ingang aanpast.
Pagina 13
StudioLive® 16.0.2 USB- Aansluiting 3.1 Aansluitingen op het achterpaneel gebruikershandleiding USB poort. Deze vrouwelijke USB-B-aansluiting biedt verbinding met een computer voor audio-interface en bediening. 2 Ampère zekering. Dit is het zekeringhuis van StudioLive. Uw StudioLive gebruikt een snelwerkende zekering van 5 mm x 20 mm, 250 VAC.
Het vetkanaal StudioLive® 16.0.2 USB- 4 4.1 De selectieknop gebruikershandleiding Het vetkanaal Het revolutionaire Fat Channel is het hart van StudioLive. Het Fat Channel maakt dynamiek, routing en panning voor elke in- en uitgang op de StudioLive beschikbaar met één druk op een Select-knop.
Het vetkanaal StudioLive® 16.0.2 USB- gebruikershandleiding 4 4.2 Ingangsbedieningen Invoerbedieningen Trimcontrole. Past het ingangsversterkingsniveau aan. De analoge Trim-regelaars boven het Fat Channel passen de versterking van de analoge ingang van het kanaal aan. Het is erg belangrijk om deze regeling goed af te stellen om ruis te minimaliseren en vervorming door overbelasting te voorkomen.
De volgende tabel biedt een korte handleiding voor de verwerking die beschikbaar is voor elke bus in StudioLive, en welke ingangen en bussen beschikbaar zijn voor opname. Voor meer informatie over USB-verzendingen raadpleegt u de StudioLive 16.0.2 USB Software Library Reference Manual.
De helling van het hoogdoorlaatfilter is -6 dB/octaaf. 4.3.3 Poort Uw StudioLive 16.0.2 USB is uitgerust met een neerwaartse expander die beschikbaar is voor elk ingangskanaal, de vier aux-bussen en beide interne FX-bussen. In tegenstelling tot compressie, waarbij het niveau van een signaal afneemt nadat het boven de compressiedrempel komt, verlaagt expansie het niveau van een signaal nadat het signaal onder de expansiedrempel komt.
Het vetkanaal StudioLive® 16.0.2 USB- gebruikershandleiding 4.3 Dynamische verwerking en EQ Poortdrempel. Stelt de drempelwaarde van de poort voor het geselecteerde kanaal in en toont deze. Deze encoder stelt de poortdrempel voor het geselecteerde kanaal in en de meter geeft deze weer.
Pagina 21
Het vetkanaal StudioLive® 16.0.2 USB- gebruikershandleiding 4.3 Dynamische verwerking en EQ Compressordrempel. Stelt de drempelwaarde van de compressor voor het geselecteerde kanaal of de uitgangsbus in en toont deze. Deze encoder stelt de compressordrempel in voor het geselecteerde kanaal of de uitgangsbus, en de meter geeft deze weer.
Pagina 22
Het vetkanaal StudioLive® 16.0.2 USB- gebruikershandleiding 4.3 Dynamische verwerking en EQ 4.3.5 Equalizer De Fat Channel EQ is beschikbaar voor elke in- en uitgangsbus. Deze 3-bands semi-parametrische EQ biedt selecteerbare bedieningselementen per band, waardoor het uiterst eenvoudig is om het geluid van uw instrumenten en uw algehele mix vorm te geven.
Pagina 23
Het Fat Channel StudioLive® 16.0.2 USB- gebruikershandleiding 4.3 Dynamische verwerking en EQ Deze encoder stelt de versterkingsverlaging of -versterking in op de middenfrequentie voor de lage band, en de meter geeft dit weer. Het niveau van de middenfrequentie kan worden ingesteld tussen -15 en +15 dB. EQ-knop voor lage plank.
De Main-bus verzendt zijn signaal automatisch na de Fat Channel-dynamiek en EQ. Opmerking: Alle USB-verzendingen zijn pre-fader, behalve de hoofduitgangen. Voor meer informatie over het gebruik van uw StudioLive als audio-interface kunt u de StudioLive 16.0.2 USB Software Library Reference Manual raadplegen.
Het vetkanaal StudioLive® 16.0.2 USB- 4 4.4 gebruikershandleiding Voorinstellingen voor vetkanalen: kopiëren, plakken, laden Voorinstellingen voor vetkanalen: kopiëren, plakken, laden Naast de mogelijkheid om aangepaste Fat Channel-presets te creëren en op te slaan, kan elke instelling in het Fat Channel van het ene kanaal of de bus naar elk ander kanaal of een andere bus worden gekopieerd.
4.4.2 Voorinstellingen voor vetkanalen laden De StudioLive wordt geleverd met een reeks kanaalstripvoorinstellingen gemaakt door professionele gebruikers van PreSonus-producten. Deze presets bieden een prima startpunt om snel en eenvoudig een mix te creëren. Met StudioLive kunt u ook uw eigen bibliotheek met presets creëren.
Het vetkanaal StudioLive® 16.0.2 USB- 4 4.4 gebruikershandleiding Voorinstellingen voor vetkanalen: kopiëren, plakken, laden 4.4.3 Voorinstellingen voor vetkanalen opslaan Fat Channel-presets kunnen worden opgeslagen en aangepast als u nieuwe en nuttige Fat Channel- instellingen vindt die u in toekomstige mixen wilt opslaan en gebruiken. 1.
4.4.4 Bibliotheek met kanaalvoorinstellingen Uw StudioLive wordt geleverd met 50 Fat Channel-voorinstellingen die speciaal zijn ontworpen door professionele PreSonus-gebruikers. Deze presets kunnen worden gewijzigd, hernoemd en overschreven; Er zijn echter 49 extra lege opslaglocaties waar u uw eigen aangepaste bibliotheek met kanaalstripinstellingen kunt bouwen.
Het vetkanaal StudioLive® 16.0.2 USB- 4 4.5 Meten gebruikershandleiding Meten De StudioLive biedt flexibele meting met één druk op de knop. De 12 meter in de Fat Channel-sectie kunnen het volgende monitoren: 4 Het ingangssignaal voor elk kanaal, post-gain en pre-dynamiek, pre-EQ en pre-fader 4 De versterkingsreductie voor elk ingangskanaal 4 Het uitgangsniveau voor elk van de vier Aux-bussen...
USB-bus, net alsof het een analoge ingang is. Hierdoor kunt u digitale audiotracks in de hoofdmix opnemen en plug-ineffecten en software-instrumenten uit uw audioprogramma invoegen. Zie de StudioLive 16.0.2 USB-softwarebibliotheekhandleiding voor meer informatie. Ingangskanaalbediening Ingangskanaalselectieknop. Maakt Fat Channel-verwerking en -routering mogelijk.
Opmerking: USB-retouren zijn alleen beschikbaar voor de 16 kanalen van de ingangsbus. Wanneer de USB Return-modus is ingeschakeld, werken alleen de multimode-knoppen van het kanaal. Meer informatie over USB-retourzendingen kunt u vinden in de StudioLive 16.0.2 USB Software Library Reference Manual. Selectieknop Aux-uitgang. Maakt het bekijken van vetkanalen mogelijk.
Basisbediening StudioLive® 16.0.2 USB- 5 5.2 Aux- en FX-bussen gebruikershandleiding 5.2.2 Interne FX-busbedieningen Net rechts van het Fat Channel vindt u de masterbusregelaars voor de twee interne effectbussen, EFX A en EFX B: Interne effectenbusselectieknop. Maakt het bekijken van vetkanalen mogelijk. De Select-knop brengt het Fat-kanaal voor de Effects Bus in beeld, waardoor u dynamische verwerking en EQ kunt toevoegen.
Basisbediening StudioLive® 16.0.2 USB- 5 5.2 Aux- en FX-bussen gebruikershandleiding 5.2.4 Monitormixen maken Het maken van aangepaste monitormixen is van cruciaal belang. Als muzikanten zichzelf of hun bandleden niet kunnen horen, zal hun prestatie eronder lijden. Een monitormix kan mono of stereo zijn. Meestal is een individuele live-monitormix mono en wordt deze naar een floor-wig- of sidefill-monitor gestuurd.
Basisbediening StudioLive® 16.0.2 USB- 5 5.2 Aux- en FX-bussen gebruikershandleiding 5.2.5 Interne FX-mixen creëren Er zijn minstens twee belangrijke voordelen aan het creëren van een FX-mix, in plaats van het invoegen van een effect in een kanaal. Ten eerste kunnen meerdere kanalen naar één processor worden gestuurd.
Voor informatie over het wijzigen van de effectvoorinstelling, het type of de parameters, zie paragraaf 6.1. Multimodi Elk kanaal en elke aux op de StudioLive 16.0.2 USB is voorzien van een MultiMode-knop. Met deze knoppen kunt u een kanaal of aux op solo zetten of dempen, en de USB-retouren van het kanaal inschakelen.
Basisbediening StudioLive® 16.0.2 USB- gebruikershandleiding 5 5.4 Hoofduitgangsbus Als een kanaal of bus op solo wordt gezet, wordt dit automatisch geselecteerd en gaat de Select-knop branden. Tip voor ervaren gebruikers: Wanneer Solo In Place is ingeschakeld, geeft de Solo-modus zowel de solo's als de daaropvolgende mutes weer via de MultiMode-knoppen;...
Basisbediening StudioLive® 16.0.2 USB- 5 5.6 Solobus gebruikershandleiding Solobus De StudioLive beschikt over een onafhankelijke Solo-bus. Deze functie is uiterst handig bij het instellen van niveaus voor monitormixen, het instellen van de dynamische verwerking op elk kanaal en het oplossen van problemen tijdens een liveshow zonder de hoofdmix te onderbreken. Solobusniveauregeling.
Basisbediening StudioLive® 16.0.2 USB- 5 5.6 Solobus gebruikershandleiding 5.6.1 De Solo-bus gebruiken voor monitoring Bij het live mixen, of bij het opnemen van meerdere muzikanten tegelijk, is het vaak nodig om snel even mee te luisteren naar slechts één instrument of groep. Hiervoor kunnen de Solo- en Monitorbussen samen worden ingezet.
Basisbediening StudioLive® 16.0.2 USB- 5 5.6 Solobus gebruikershandleiding 6. U kunt het algehele volume van de Solo-bus verhogen met de Level-knop in de Solo-sectie. Tip voor ervaren gebruikers: Deze functie kan ook worden gebruikt om naar een monitormix te luisteren die naar een aux send wordt gestuurd. Laten we zeggen dat een zanger op het podium klaagt dat er te veel bas in zijn monitor zit, maar u bent er zeker van dat er geen bas naar die specifieke aux send wordt gestuurd.
Basisbediening StudioLive® 16.0.2 USB- 5 5.7 Monitorbus gebruikershandleiding 5. Het Fat Channel toont de dynamische verwerking, EQ, outputrouting en pan-instellingen voor de kickdrum. Gebruik de encoders en meters in het Fat Channel om de compressor en EQ voor dit kanaal in te stellen. 6.
Pagina 41
StudioLive® 16.0.2 USB- Basisbedieningen gebruikershandleiding 5.7 Monitorbus Hoofdknop. Wijst de hoofdmix toe aan de monitorbus. De Main Mix Monitor-knop stuurt hetzelfde signaal dat van de hoofduitgangen naar de monitorbus wordt verzonden. Dit signaal is altijd pre-fader. Tip voor ervaren gebruikers: Omdat de monitorbus een optelversterker is, kunt u tegelijkertijd naar de solo- en hoofdbussen luisteren.
StudioLive® 16.0.2 USB- Digitale effecten | Hoofdbediening gebruikershandleiding 6.1 Het Digital FX-menu (effecten). Digitale effecten | Hoofdcontrole Van de digitale effecten | Master Control-sectie kunt u de parameters van de twee interne effectprocessors selecteren en wijzigen, en kunt u elke instelling op de StudioLive opslaan en oproepen.
één FX-type de basis kan zijn voor talloze verschillende presets. De StudioLive bevat een bibliotheek met 50 aangepaste reverb- en delay-presets ontworpen door PreSonus. Naast deze presets zijn er 49 beschikbare locaties voor uw bibliotheek met aangepaste effecten. De fabrieksinstellingen kunnen worden gewijzigd, hernoemd en overschreven.
StudioLive® 16.0.2 USB- Digitale effecten | Hoofdbediening 6 6.1.1 gebruikershandleiding FX-presets creëren 4. Gebruik de knop Volgende en de waarde-encoder om uw FX-preset naar smaak in te voeren. 5. Op pagina's 4 en 5 kunt u uw wijzigingen voor FX A en opslaan FX B respectievelijk naar dezelfde locatie of naar een nieuwe locatie, en om de naam van uw creatie aan te passen.
StudioLive® 16.0.2 USB- Digitale effecten | Hoofdbediening 6 6.1.1 gebruikershandleiding FX-presets creëren het podium op en roep “Hallo wereld!” richting het midden van de zaal. Er zal een korte pauze zijn voordat u de eerste merkbare weerspiegelingen van uw stem hoort, omdat de geluidsgolven veel verder kunnen reizen voordat ze een oppervlak tegenkomen en terugkaatsen.
StudioLive® 16.0.2 USB- Digitale effecten | Hoofdcontrole gebruikershandleiding 6 6.1.1 FX-presets creëren 6.1.4 Vooraf ingestelde bibliotheek met digitale effecten TYPE NAAM TYPE NAAM POS. POS. SFEER Natuurlijk GROTE ZAAL Gymnasium Arena Levendig KLEINE KAMER Kast BORD Plaatwerkwoord Shimmer Studio A Plaatwerkwoord dik Studio B PlateVerb Drums...
Digitale effecten | Hoofdcontrole StudioLive® 16.0.2 USB- 6 6.2 Scènes gebruikershandleiding Scènes Met StudioLive kunt u een bibliotheek met scènes maken en opslaan. Een scène is als een momentopname van je mix. Het slaat elke Fat Channel-parameter op voor elke ingang en bus, evenals de positie van elke fader, de aux- en effectmixen, kanaalmutes en solo's, en de ingangsbron (analoge ingang of USB-afspeelstream).
Digitale effecten | Hoofdcontrole StudioLive® 16.0.2 USB- 6 6.2 Scènes gebruikershandleiding Je kunt ook aangepaste mixen opslaan voor elke locatie waar een band herhaaldelijk speelt. 1. Om een scène op te slaan, drukt u op de scèneknop en bladert u naar de tweede pagina scherm of druk op Opslaan om automatisch naar dit menu te gaan.
Pagina 50
Digitale effecten | Hoofdcontrole StudioLive® 16.0.2 USB- 6 6.2 Scènes gebruikershandleiding De oproepbare parameters van StudioLive zijn als volgt gegroepeerd: 4 Mute: Alle mute-statussen. Dit omvat ingangskanalen, aux en FXA en FXB. 4 FX: Alle parameters voor de interne effecten toegewezen aan FXA en FXB. 4 Wijst toe: Alle uitgangs- en busroutering.
Scène, zoals beschreven in het eerste deel van deze sectie. Grafische equalizer De StudioLive 16.0.2 USB beschikt over een 31-bands, 1/3-octaaf grafische EQ die op de hoofduitgangsbus kan worden geplaatst. Een grafische EQ is een multiband-equalizer die schuifregelaars gebruikt om de amplitude voor elke frequentieband aan te passen.
Pagina 52
Over het algemeen betekent een smallere bandbreedte een nauwkeurigere EQ. Maar in traditionele grafische EQ-ontwerpen ligt de middenfrequentie van elke band vast. PreSonus pakte het met StudioLive anders aan. De StudioLive grafische EQ is een verzameling shelving-filters waaruit coëfficiënten zoals afsnijfrequentie, bandbreedte en versterking worden geëxtraheerd via een proces van curve-fitting.
StudioLive® 16.0.2 USB- Digitale effecten | Hoofdbediening 6 6.3 gebruikershandleiding Grafische equalizer Jij krijgt. Met een zorgvuldig getekende, vloeiende curve heeft de StudioLive EQ vrijwel geen frequentierimpeling. De StudioLive EQ is ook in staat tot zeer scherpe inkepingen. Om een inkeping of een hobbel op een bepaalde band te verbreden, brengt u de aangrenzende banden dichter bij de versterking van die band, en de bandbreedte zal dienovereenkomstig veranderen.
StudioLive® 16.0.2 USB- Digitale effecten | Hoofdbediening 6 6.3 gebruikershandleiding Grafische equalizer 6.3.2 GEQ-voorinstellingen opslaan en laden Net als alle andere parameters op de StudioLive kunnen grafische EQ-instellingen worden opgeslagen en opgeroepen. 1. Als u een grafische EQ-instelling hebt gemaakt die u wilt opslaan in de GEQ Preset-bibliotheek, drukt u op de Save-knop in het Fat Channel terwijl die grafische EQ actief is.
StudioLive® 16.0.2 USB- Digitale effecten | Hoofdbediening 6 6.4 gebruikershandleiding 2. Druk vanuit het vetkanaal op de knop Laden. 3. U zult merken dat het LCD-scherm nu het GEQ Load-menu weergeeft. Gebruik de Waarde-encoder om de preset te vinden die u wilt gebruiken. 4.
Select Channel LED-uitlezing. 6.4.3 MIDI-besturingsmodus De StudioLive 16.0.2 USB kan op afstand worden bediend met een DAW, een MIDI-voetschakelaar, een MIDI-toetsenbord en een assortiment andere MIDI-besturingsapparaten. Op pagina's 3 en 4 van het Systeemmenu kunt u de MIDI Control Mode inschakelen en selecteren op welke MIDI-kanalen de StudioLive wordt bestuurd, en welke MIDI Control Change-berichten worden gebruikt.
De StudioLive kan direct uit de doos niet worden vergrendeld, dus u hoeft zich geen zorgen te maken dat u op de verkeerde knop drukt. Om de Lockout-functie in te schakelen, moet u eerst uw StudioLive verbinden en synchroniseren met een computer. Raadpleeg de StudioLive 16.0.2 USB Software Library Referentiehandleiding voor meer informatie over deze functie.
Een MIDI Control Change-bericht kan voor veel dingen worden gebruikt, waaronder Volume, Pan, Sustain aan/uit en modulatie. De StudioLive 16.0.2 USB gebruikt Control Change-berichten om de niveaus van zowel FX A als FX B en de Main-mix te wijzigen, en om beide bussen te dempen en op te heffen.
Program Change-berichten op een bepaald MIDI-kanaal kunt verzenden. 6.5.4 StudioLive 16.0.2 besturen met een Behringer FCB1010 Deze tutorial laat zien hoe u uw StudioLive 16.0.2 USB snel configureert, zodat u deze kunt bedienen met een Behringer FCB1010. De hier beschreven installatieconfiguratie is slechts een voorbeeld; Met deze eenvoudige stappen kunt u uw eigen installatie aanpassen.
Pagina 60
FCB1010 inschakelt. PreSonus raadt u aan de Direct Select-modus niet te gebruiken. Wanneer uw FCB1010 opstart, ziet u dat de groene LED boven Direct Select brandt. Zorg ervoor dat de rode LED op pedaal 10 niet brandt.
Pagina 61
StudioLive® 16.0.2 USB- Digitale effecten | Hoofdcontrole gebruikershandleiding 6.5 De MIDI-besturingsmodus gebruiken om StudioLive op afstand te bedienen Je bent bijna klaar! Nu moet u het globale MIDI-kanaal instellen waarop uw FCB1010 de FXA- en FXB-uitgangsniveaus zal besturen, toewijzen/ maak de toewijzing van FX aan Mains ongedaan en bedien het Main-uitgangsniveau. 1.
één expressiepedaal het FXA-uitvoerniveau, terwijl het andere het hoofduitvoervolume regelt. Deze tutorial laat zien hoe u uw StudioLive 16.0.2 USB snel configureert, zodat u hem kunt bedienen met een Roland FC-300. De hier beschreven installatieconfiguratie is slechts een voorbeeld; Met deze eenvoudige stappen kunt u uw eigen installatie aanpassen.
Naast het instellen van uw MIDI-kanalen en Control Change-berichten, moet u ook de MIDI Control Mode op On zetten. Raadpleeg de StudioLive 16.0.2 USB- softwarebibliotheek-referentiehandleiding voor informatie over hoe u uw StudioLive via USB kunt bedienen met Studio One Artist.
Pagina 64
StudioLive® 16.0.2 USB- Digitale effecten | Master Control gebruikershandleiding 6.5 De MIDI-besturingsmodus gebruiken om StudioLive op afstand te bedienen 12. Gebruik de Value Up-knop om het Program Change-nummer op 002 in te stellen. 13. Druk twee keer op de Exit-knop en ga verder naar FXA Preset Recall. FXA-voorkeuze oproepen Vervolgens zullen we CTL Pedal 1 instellen om een preset op FXA op te roepen.
Pagina 65
StudioLive® 16.0.2 USB- Digitale effecten | Master Control gebruikershandleiding 6.5 De MIDI-besturingsmodus gebruiken om StudioLive op afstand te bedienen Uw patch een naam geven en opslaan 1. Druk op de rechter parameterknop totdat op het LCD-scherm ‘Patch Name’ verschijnt. 2. Gebruik de knoppen Waarde omhoog en omlaag en de links/rechts-parameter om een naam in te voeren (zoals “Mijn voorinstelling”).
7 Hulpbronnen StudioLive® 16.0.2 USB- gebruikershandleiding 7.1 Plaatsing van stereomicrofoon Bronnen Plaatsing van stereomicrofoon Hieronder volgen enkele opnametoepassingen om u op weg te helpen met uw StudioLive. Dit zijn zeker niet de enige manieren om deze instrumenten op te nemen. Microfoonselectie en plaatsing is een kunst.
7 Hulpbronnen StudioLive® 16.0.2 USB- gebruikershandleiding 7.1 Plaatsing van stereomicrofoon Akoestische gitaar Richt een kleinmembraan condensatormicrofoon op de 12e fret, ongeveer 20 cm verderop. Richt een grootmembraan condensatormicrofoon op de brug van de gitaar, ongeveer 30 cm van de gitaar. Experimenteer met afstanden en plaatsing van de microfoon.
Pagina 68
7 Hulpbronnen StudioLive® 16.0.2 USB- gebruikershandleiding 7.1 Plaatsing van stereomicrofoon Drumoverheads (XY-voorbeeld) Plaats twee kleinmembraan condensatormicrofoons op een XY- stereomicrofoonhouder (staaf). Plaats de microfoons zo dat ze allemaal in een hoek van 45 graden staan, naar beneden gericht naar het drumstel, ongeveer 2,5 tot 2,5 meter boven de vloer of de drumverhoger.
StudioLive® 16.0.2 USB- Bronnen gebruikershandleiding 7.2 EQ-frequentiegidsen 7.2 EQ-frequentiegidsen tafel 1 Instrument Wat te knippen Wat te stimuleren Waarom boosten Waarom knippen Menselijke stem 7 kHz Sibilantie 8 kHz Groot geluid 3 kHz en hoger 2 kHz Schel Helderheid 1 kHz Neus 200-400 Hz Lichaam...
Pagina 70
Bronnen StudioLive® 16.0.2 USB- gebruikershandleiding 7.2 EQ-frequentiegidsen tafel 2 BOOST • hardere bas tot • vocale aanwezigheid laagfrequente • trap- en tomaanval instrumenten (kick, tom, bass) • meer vingergeluid op bas • verhelderen zang, • gitaar- en snare-volheid • piano- en akoestische akoestische gitaar, •...
Online technische ondersteuning is beschikbaar vanuit uw Mijn PreSonus- gebruikersaccount. Registreer uw mixer op www.PreSonus.com. Telefonische technische ondersteuning van PreSonus is beschikbaar voor klanten in de VS van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur Central Time door te bellen naar 1-225- 216-7887.