Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

2
Studio Eén
2.5 De Sessienavigator

2.5.1 F1-F8-functies

1
2
3
1. Kanaal. Encoder regelt het scrollen van individuele kanalen. Navigatieknoppen passen
de momenteel zichtbare faderbank op de FaderPort aan met één bank van acht of
zestien kanalen (afhankelijk van het model).
2. Meester. Encoder bestuurt het masterniveau. Druk op de encoder om het masterniveau terug te zetten
op 0 dB. In deze modus besturen de navigatieknoppen het bankieren.
3. Zoomen. Encoder regelt horizontaal zoomen. Navigatieknoppen regelen verticaal zoomen.
Druk op de encoder om het zoomen in beide richtingen ongedaan te maken.
4. Klik. Schakelt de metronoom in/uit. De metronoom kan worden in- of
uitgeschakeld terwijl elke modus actief is.
5. Bladeren. Encoder regelt het scrollen op de tijdlijn. Druk op de encoder om de tijdlijn aan te passen
aan de venstergrootte. Gebruik de navigatieknoppen om door de tracklijst te bladeren.
6. Sectie. Encoder verplaatst de geselecteerde gebeurtenis. Gebruik de navigatieknoppen
om door de gebeurtenissen op de Arranger-track te navigeren.
Tip voor hoofdgebruikers: schakel Uitlijnen op raster in voor grove nudging. Schakel het uit voor
fijnafstemming. Standaard wordt deze knop bestuurd door de Gebruiker 2-functie op de FaderPort. Zie
paragraaf 2.4.1 voor details.
7. Bank. Encoder bladert door de tracklijst. Navigatieknoppen scrollen
via kanalen in banken van zestien of acht (afhankelijk van het model). Druk op de encoder
om het geselecteerde kanaal in beeld te schuiven op de FaderPort.
8. Markering. Encoder verplaatst de afspeelcursor in de tijdlijn. Gebruik de navigatieknoppen om door
markeringen te bladeren. Druk op Encoder om een markering neer te zetten.
Als u Shift plus een willekeurige Session Navigator-knop gebruikt, krijgt u toegang
tot alternatieve functies voor uw FaderPort. Standaard worden deze als volgt toegewezen:
• F1. Open Inspecteur
• F2. Open Editor
• F3. Mixer openen
• F4. Open browser
• F5. Open kladblok (Studio One Pro)
• F6. Tempotrack openen
• F7. Open Arranger-track (Studio One Pro)
• F8. Markeringstrack openen
Tip voor ervaren gebruikers: De standaardtoewijzingen voor de functieknoppen kunnen worden
aangepast met behulp van de FaderPort-apparaateditor. Zie paragraaf 2.8.2 voor meer informatie.
FaderPort® meerkanaals productiecontrollers
4
5
6
7
Gebruikershandleiding
8
10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Faderport 8

Inhoudsopgave