HA20PX - HA61JRT - HA260PX - HA80JRT
D
- Gebruiksaanwijzingen
5 - Transport
5.1 -
VOORBEREIDING OP DE TRANSPORTSTAND
Om het glijden van de machine tijdens de lading te vermijden, controleert u of :
• De oprijplanken het gewicht van de machine kunnen dragen.
• De oprijplanken op correcte wijze zijn bevestigd alvorens de machine te transporteren.
• De aanhechtingszone van de oprijplanken voldoende is.
• De transportvrachtwagen moet geparkeerd worden op een vlakke ondergrond en moet stilliggen om
te voorkomen dat hij tijdens het laden of lossen van de machine begint te rijden.
Selecteer de lage rijsnelheid om de oprijplank op te rijden.
Gebruik, bij een te steile helling, een lier ter aanvulling van de lage verplaatsingssnelheid.
Kom nooit onder of te dicht bij de machines staan tijdens de lading.
Een verkeerde beweging kan leiden tot de val van de machine hetgeen ernstig letsel en
materiële schade tot gevolg kan hebben.
De machine dient volledig ingeklapt te zijn :
• Controleer op afwezigheid van ladingen in de gondel (of op het platform).
• Hijs de mast en plaats de machine op de trailer.
• Controleer of de draaiarm voldoende is opgeheven om contact met de grond te vermijden tijdens het
plaatsen van de machine op de ramp.
• Schakel de opdracht kantelen platform ( 13 ) naar rechts in om het platform in transportstand in te
vouwen.
Opm.:Bij het loslaten van de keuzeschakelaar worden de bewegingen onderbroken.
• Bevestig de machine via de hiertoe voorziene verankeringspunten (Zie afbeelding).
• Voor transport vergrendelt u de toren met behulp van de rotatiespil die zich onder de toren bevindt.
• De mand moet rechtgezet worden en de mast moet vastgemaakt worden om bruuske bewegingen te
vermijden en materiële schade tijdens het transport te voorkomen.
• Draai niet te hard aan bij het vastmaken van de mast.
76
4000351310
E 05.16
NL