HA20PX - HA61JRT - HA260PX - HA80JRT
A
- Voorwoord
2.1.3 - Risico op kantelen
Alvorens zich te positioneren en de machine in werking te stellen :
• Controleer dat het werkoppervlak de mogelijkheid heeft het gewicht van de
machine te dragen.
• Overschrijdt de maximale nominale capaciteit van de machine niet. Deze is
inclusief het gewicht van het materiaal en het aantal toegelaten personen.
Overschrijdt niet het aantal toegelaten personen.
• Plaats de ladingen evenwichtig in het midden van de gondel.
• Verhoog de werkhoogte nooit door het gebruik van toebehoren (ladder).
• Plaats geen ladder of stelling in de gondel of tegen eender welk deel van deze
machine.
• Gebruik de machine nooit wanneer de windkracht groter is dan de toegelaten
drempelwaarde.
• Vergroot nooit het oppervlak van de gondel (of het platform) dat aan wind
blootgesteld is. Dit is inclusief panelen, doeken .... Wees u ervan bewust dat
werken met materialen met een grote oppervlakte ervoor zorgt dat de machine
meer wind opvangt.
• Verhoog het platform nooit, of rijd nooit met een verhoogd platform op een
helling de steiler is dan de nominale helling van de machine.
• Verrijd de machine niet over hellingen of verkantingen die steiler zijn dan de
toegelaten limieten.
• Vervang de belangrijkste onderdelen voor de stabiliteit van de machnie nooit
door een onderdeel dat niet hetzelfde gewicht of dezelfde eigenschappen
heeft.
• Gebruik de machine nooit met aan de reling of de mast opgehangen materiaal
of voorwerpen.
• Duw of trek nooit een object buiten de mand. Respecteer de maximaal
toegelaten laterale inspanning die in de prestatie-eigenschappen vermeld
staat.
• Gebruik de machine niet om een externe structuur te ondersteunen.
• Gebruik de machine niet om te trekken of slepen.
12
4000351310
E 05.16
NL