Draai aan het stelwiel om een weer‐
gave van het Driver Information
Center te selecteren. Er zijn verschil‐
lende weergaven voor rij- en naviga‐
tiegegevens beschikbaar. U kunt ook
een gepersonaliseerde weergave
selecteren.
Druk op SET / CLR om een functie te
bevestigen of resetten.
Eventueel verschijnt er boord- en
onderhoudsinformatie op het Driver
Information Center. Blader door
berichten door aan het stelwiel te
draaien. Bevestig berichten door op
SET / CLR te drukken.
Boordinformatie 3 79.
Gepersonaliseerde weergave
U selecteert een gepersonaliseerde
weergave door aan het stelwiel te
draaien.
De gepersonaliseerde weergave
bestaat uit twee delen die u kunt
aanpassen op het Info-Display.
Instrumenten en bedieningsorganen
Ga om de inhoud voor elk deel te
kiezen naar het instellingen z menu
I OPTIES en selecteer de pagina
Persoonlijke instellingen instrumen‐
tenpaneel. Kies de inhoud en voor elk
deel, bijv. de navigatiekaart en infor‐
matie over de huidige rit, en selecteer
A.
Info-Display
De afbeeldingen tonen verschillende
uitvoeringen van het Infotainmentsys‐
teem.
77