72
Instrumenten en bedieningsorganen
Brandt
Automatische bediening is geacti‐
veerd of werkt niet. In geval van een
storing licht o samen met andere
controlelampen op of gaat deze
vergezeld van een bijbehorend
bericht op het Driver Information
Center.
Activeer de automatische bediening
opnieuw of laat het probleem verhel‐
pen door een garage in geval van een
storing.
Automatische bediening 3 125.
Antiblokkeersysteem (ABS)
i brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐
den niet dooft of als tijdens de rit gaat
branden, dan zit er een storing in het
ABS-systeem. Het remsysteem blijft
normaal werken, maar zonder ABS-
regeling.
Antiblokkeersysteem 3 124.
Schakelen
Y of Z met het getal van een hogere
of lagere versnelling verschijnt
wanneer wordt aanbevolen om
vanwege de brandstofbesparing op of
terug te schakelen.
Bij auto's met automatische versnel‐
lingsbak is het systeem alleen actief
in de handgeschakelde modus.
Handgeschakelde modus 3 121.
Lane keep assist
L brandt of knippert geel.
Brandt geel
Er is een storing gedetecteerd.
Knippert geel
Het systeem corrigeert het onbedoeld
wisselen van rijstrook.
Lane Keep Assist 3 164.
Geavanceerde Lane Keep
Assist
O brandt grijs, groen of geel.
Brandt grijs
Het systeem is tijdelijk onderbroken.
Er is ten minste één systeembeper‐
king gedetecteerd.
Brandt groen
Het systeem is actief en is gebruiks‐
klaar.
Brandt geel
Er is een storing in het systeem.
Geavanceerde Lane Keep Assist
3 166.
Elektronische stabiliteitsre‐
geling en Traction Control-
systeem
J brandt of knippert geel.
Brandt
Er zit een storing in het systeem.
Verder rijden is mogelijk. De rijstabili‐
teit kan echter afhankelijk van de
staat van het wegdek verslechteren.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.