204
Verzorging van de auto
Aanduidingen op banden
Bijv. 225/55 R 18 98 V
225 : bandbreedte in mm
55 : hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. band‐
breedte) in %
R
: type koordlagen: Radiaal
RF : type: RunFlat
18 : velgdiameter in inch
98 : kengetal voor draagvermogen,
98 komt bijv. overeen met
750 kg
V
: kenletter voor snelheid
Kenletter voor snelheid:
Q : tot 160 km/u
S : tot 180 km/u
T : tot 190 km/u
H : tot 210 km/u
V : tot 240 km/u
W : tot 270 km/u
Kies een band die geschikt is voor de
topsnelheid van uw auto.
De topsnelheid is bereikbaar op
rijklaar gewicht met bestuurder
(75 kg) plus 125 kg nuttige last. Door
optionele uitrusting kan de topsnel‐
heid van de auto afnemen.
Draairichtingsgebonden banden
Draairichtingsgebonden banden
moeten zo worden gemonteerd dat
ze in de juiste richting draaien. De
juiste draairichting is herkenbaar aan
een symbool (bijv. een pijl) op de
zijwand van de band.
Bandenspanning
De bandenspanning minstens om de
14 dagen en vóór elke lange rit bij
koude banden controleren. Het reser‐
vewiel niet vergeten. Dit geldt ook
voor auto's met een drukverliesdetec‐
tiesysteem.
Bandenspanning 3 234.
Het informatie-etiket bandenspan‐
ning op de B-stijl links vermeldt de
originele bandenmaat en de bijbeho‐
rende bandenspanningswaarden.
De voorgeschreven bandenspanning
geldt bij koude banden. De waarde
geldt voor zowel zomer- als winter‐
banden.
Reservewiel altijd oppompen tot de
bandenspanning bij maximale bela‐
ding.
Een onjuiste bandenspanning beïn‐
vloedt de veiligheid, het weggedrag,
het rijcomfort en het brandstofver‐
bruik negatief en verhoogt de
bandenslijtage.
De bandenspanningswaarden
verschillen afhankelijk van de diverse
opties. Ga voor de juiste banden‐
spanningswaarde als volgt te werk:
1. Bepaal de code van de motor-ID.
Motorgegevens 3 232.
2. Bepaal de betreffende band.
De bandenspanningswaardetabellen
vermelden alle mogelijke banden‐
combinaties 3 234.