58
Instrumenten en bedieningsorganen
Voorruitwisser met regensensor
HI
: snel
LO
: langzaam
AUTO : automatische wisfunctie
met regensensor
OFF
: uit
1x
: één slag
In de stand AUTO registreert de
regensensor de hoeveelheid neer‐
slag op de voorruit en stuurt automa‐
tisch de wissnelheid van de voorrui‐
twisser aan. y brandt op het Driver
Information Center.
Hendel omlaag in de stand 1x duwen
om wissers één slag te laten maken
wanneer de voorruitwisser uitgescha‐
keld is.
Niet inschakelen wanneer de voorruit
bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Sensor vrijhouden van stof, vuil en ijs.
Instelbare gevoeligheid van de
regensensor
Aan stelwiel draaien om de gevoelig‐
heid in te stellen.