122
Rijden en bediening
Trek aan de rechter paddle + om op
te schakelen.
Trek aan de linker paddle - om terug
te schakelen.
Door meerdere keren te trekken kunt
u versnellingen overslaan.
Aanduiding versnelling
Het symbool Y of Z met een cijfer
ernaast verschijnt wanneer schake‐
len omwille van het brandstofverbruik
wordt geadviseerd.
Aanduiding om te schakelen
verschijnt alleen in de handgescha‐
kelde modus.
Elektronische
rijprogramma's
Het bedrijfstemperatuurprogramma
brengt de katalysator na een koude
start snel op temperatuur door het
motortoerental te verhogen.
Speciale programma's passen bij
klimmen en dalen de schakelmomen‐
ten automatisch aan.
Bij sneeuw of ijs of een ander glad
oppervlak, kan de bestuurder hand‐
matig de eerste, tweede of derde
versnelling van de elektronische
transmissieregeling kiezen alvorens
weg te trekken.
Kickdown
Bij intrappen van het gaspedaal voor‐
bij het kick-downpunt accelereert de
auto ongeacht de geselecteerde
rijmodus maximaal. De versnellings‐
bak schakelt afhankelijk van het
motortoerental naar een lagere
versnelling.
Storing
Bij een storing licht C op en
verschijnt er een bericht op het Driver
Information Center.
Boordinformatie 3 79.
De elektronische versnellingsbakre‐
geling staat alleen de derde versnel‐
ling toe. De versnellingsbak schakelt
niet langer automatisch.
Niet sneller rijden dan 100 km/h.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Stroomonderbreking
Bij een stroomonderbreking is het niet
mogelijk om een andere stand te
selecteren wanneer P is geselec‐
teerd.
Auto slepen 3 217.
Bij een lege accu hulpstartkabels
gebruiken 3 216.
Roep als de accu niet de oorzaak van
de storing is de hulp van een werk‐
plaats in.