De bestuurder hoeft alleen op te trek‐
ken, te remmen en te schakelen, het
sturen gebeurt automatisch. U kunt
het sturen altijd overnemen door het
stuurwiel beet te pakken.
U moet mogelijk meerdere keren
voor- en achteruitrijden.
Instructies verschijnen op het Info-
Display 3 77. Instructies klinken
alleen bij haaks inparkeren.
De geavanceerde parkeerhulp kan
alleen bij vooruit rijden worden geac‐
tiveerd.
De geavanceerde parkeerhulp werkt
altijd samen met de parkeerhulp voor/
achter.
Het systeem heeft zes ultrasoon
parkeersensoren elk in de achter- en
voorbumper.
Inparkeren bij fileparkeren
Activering
Verlaag de rijsnelheid tot onder
30 km/h.
Druk op S of activeer het systeem via
het Info-Display.
Info-Display 3 77.
Rijden en bediening
Selecteer het menu voor fileparkeren.
S brandt op het Driver Information
Center om aan te geven dat het
systeem geactiveerd is.
De afstand tussen uw auto en de rij
geparkeerde auto's bedraagt zo'n
0,5 tot 1,5 m.
Het systeem detecteert geen vakken
die te veel klein zijn voor uw auto.
153