Bij het overschrijden van de inge‐
stelde snelheid verdwijnt de weerge‐
geven snelheidsinstelling en
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt.
9 Waarschuwing
Als de bestuurder de snelheid
opvoert, deactiveert het systeem
het automatisch remmen. Dit
wordt aangegeven als een pop-
upwaarschuwing op het Driver
Information Center.
Opgeslagen snelheid hervatten
Duw het kartelwiel naar RES/+ bij een
rijsnelheid hoger dan 40 km/h. De
adaptieve cruisecontrol wordt geacti‐
veerd en hanteert de ingestelde snel‐
heid.
Adaptieve cruisecontrol bij auto's
met een automatische
versnellingsbak
Bij auto's met een automatische
versnellingsbak maakt de adaptieve
cruise control het mogelijk om de
gekozen volgafstand tot een
remmende voorligger aan te houden
totdat de auto helemaal stilstaat.
Als het systeem uw auto achter een
voorligger tot stilstand heeft gebracht,
maakt de snelheidsinstelling plaats
voor een groen controlelampje ..
Dit lampje geeft aan dat de auto auto‐
matisch staande wordt gehouden.
Wanneer de voorligger binnen enkele
seconden wegrijdt en de verkeersom‐
standigheden weer wegrijden van de
auto toestaan, wordt de actieve
cruise control daarna automatisch
hervat.
Als de stilstaande voorligger langere
tijd heeft gestopt en weer begint te
rijden, zal het groene controle‐
lampje . knipperen en klinkt er een
geluidssignaal om u eraan te herin‐
neren om het verkeer te controleren
voordat u weer wegrijdt.
Trap wanneer de voorligger wegrijdt
het gaspedaal in of druk op i om de
adaptieve cruise control te hervatten.
Bij een stop van meer dan 5 minuten
of als het bestuurdersportier wordt
geopend en de veiligheidsgordel van
Rijden en bediening
de bestuurder wordt losgemaakt, dan
wordt de elektrische parkeerrem
automatisch geactiveerd om de auto
staande te houden. Controlelamp
j lichten op. Trap om de elektrische
handrem los te zetten het gaspedaal
in.
Elektrische parkeerrem 3 125.
9 Waarschuwing
Wanneer het systeem wordt
gedeactiveerd of geannuleerd,
zorgt het systeem er niet langer
voor dat de auto stil blijft staan,
waardoor de auto kan gaan rijden.
Houd er altijd rekening mee dat u
zelf op de rem moet trappen om
ervoor te zorgen dat de auto blijft
stilstaan.
Verlaat de auto niet wanneer deze
staande wordt gehouden door de
adaptieve cruise control. Zet de
keuzehendel altijd in de parkeer‐
stand P en schakel het contact uit
voordat u de auto verlaat.
137