11.3
KE 253 / 303 Special met AD-P special
•
Montage van de koppelingsonderdelen
•
Aankoppelen van de AD-P aan de KE
253 / 303 Special
Zie bedieningshandleiding AD-P.
KE 253 / 303 Special met D9 en koppelingsonderdelen
11.4
AMAZONE-aanbouwzaaimachines worden
met behulp van de „verstelbare
koppelingsonderdelen" (optioneel) aan de
grondbewerkingsmachine bevestigd.
Zaaimachine aankoppelen:
1. Rijd met de grondbewerkingsmachine
achterwaarts naar de zaaimachine.
2. Koppelingsonderdelen (Afb. 36/1) aan de
onderste koppelingspunten van de
zaaimachine koppelen.
3. Zwenk na het aankoppelen de borgstrips
(Afb. 36/2) over de nokken van de
trekstangen en borg elke borgstrip met
behulp van een pen en een lunspen.
4. Bevestig de Cat. II topstang (Afb. 36/3) met
behulp van de pennen aan de bovenste
koppelingspunten van de zaaimachine en
de grondbewerkingsmachine (Afb. 36/4),
borg de pennen en lijn de zaaimachine
recht uit.
Er kunnen zaaimachines worden
aangekoppeld met trekstang-
koppelingspunten van Cat. II
KE BAG0011.4 08.08
Samenstelling van verschillende machinecombinaties
Afb. 34
Afb. 35
Afb. 36
79