SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
AC 01.2 Non-Intrusive Profibus DP
11.2.2.
Overbrengingsverhouding van het tandwielkastje controleren/instellen
4.
Instelling controleren:
De mechanische standaanwijzing is juist ingesteld indien de hoek tussen de
symbolen
(OPEN) en
Indien alle drie schijfjes samen worden verdraaid, dan kan de standaanwijzing
in stappen van 15° worden versteld. Afzonderlijk is 5° mogelijk.
Indien de standaanwijzing te ver wordt gedraaid (meer dan 280°) of de hoek
te klein is (minder dan 120°), dan moet de ingestelde overbrengingsverhouding
op de omw./slag van de aandrijving worden aangepast. Zie
<Overbrengingsverhouding van de reductor controleren/instellen>.
Deze controle/instelling is alleen noodzakelijk, indien de mechanische standaanwijzing
niet juist kan worden ingesteld.
1.
Aan de hand van tabel controleren of omw./slag met de instelling van de reductor
(trappen 1 – 9) overeenstemt.
Tabel 27:
Omwentelingen van de aandrijving per slag van de afsluiter en de daarbij geschikte instelling
van het tandwielkastje
bij 1 – 500 omw./slag
[meer dan – tot]
1,0 – 1,9
1,9 – 3,7
3,7 – 7,9
7,9 – 15,0
15,0 – 31,5
31,5 – 60,0
60,0 – 126
126 – 240
240 – 500
2.
Ten behoeve van het wijzigen van de instelling, de hefboom op de reductor
lichten en op de geselecteerde trap weer sluiten.
Afbeelding 76: Tandwielkastje instellen
Inbedrijfstelling (instellingen/opties in de aandrijving)
(DICHT) tussen ca. 120° en 280° bedraagt.
bij 10 – 5 000 omw./slag
[meer dan – tot]
10 – 19
19 – 37
37 – 79
79 – 150
150 – 315
315 – 600
600 – 1 260
1 260 – 2 400
2 400 – 5 000
Tandwielkastje
trap
1
2
3
4
5
6
7
8
9
71