Montage
5.5.
Montageposities van de lokale bedieningseenheid
5.5.1.
Montageposities wijzigen
26
SA 07.2 – SA 16.2/SAR 07.2 – SAR 16.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
4.
Controleer of de beschermkap [1] voor de beschermbuis voor de spindel
aanwezig, onbeschadigd en stevig op de buis is geplaatst resp. vastgeschroefd.
Beschermbuizen die langer zijn dan 2 m, kunnen doorbuigen of gaan slingeren!
Beschadiging van de spindel en/of de beschermbuis mogelijk.
Beschermbuizen die langer zijn dan 2 m, dienen door een degelijke constructie
te worden ondersteund.
Afbeelding 21: Montageposities
De montagepositie van de lokale bedieningseenheid wordt conform de bestelling
uitgevoerd. Indien na de montage op de afsluiter of de tandwielkast blijkt dat de
lokale bedieningseenheid ongunstig is gepositioneerd, kan deze positie ook op een
later tijdstip worden gewijzigd. Hiervoor zijn vier steeds 90° gedraaide posities mogelijk
(maximaal 180° in een richting).
Elektrische schok door gevaarlijke spanning!
Indien de waarschuwing wordt genegeerd, is overlijden of ernstig lichamelijk letsel
het gevolg.
Vóór het openen spanningsvrij schakelen.
Elektrostatische ontlading ESD (electrostatic discharge)!
Beschadiging van elektronische onderdelen.
Personen en apparatuur aarden.
1.
De bouten verwijderen en de lokale bedieningseenheid losnemen.
2.
Controleren of de O-ring in goede staat is, O-ring correct plaatsen.
3.
De lokale bedieningseenheid in de nieuwe positie draaien en weer plaatsen.
AC 01.2 Non-Intrusive Profibus DP