5.
Zet de modus draairegelaar op Õ (Hoge
snelh. doorl.).
• Hierdoor wordt Z weergegeven (Norm. snelh.
doorl.).
6.
Houd de sluitertoets ingedrukt om op te
nemen.
Beelden worden opgenomen zolang u de sluitertoets
ingedrukt houdt en er geheugen beschikbaar is om
ze op te slaan. Door de sluitertoets los te laten wordt
het opnemen gestopt.
BELANGRIJK!
• Het met de hand combineren van Doorlopende Sluiterbeelden bij Normale
Snelheid in een Doorlopende Sluiter groep (pagina 105) op het weergavescherm
wordt niet ondersteund.
• U kunt het aantal beelden per seconde (fps) niet specificeren bij Doorlopende
Sluiteropname bij Normale Snelheid.
• Het aantal beelden per seconde (fps) bij Doorlopende Sluiteropname bij Normale
Snelheid varieert ietwat afhankelijk van het type geheugenkaart dat u gebruikt en
de huidige conditie (resterende capaciteit, mate van fragmentatie, enz.).
• U kunt de doorlopende sluiter bij normale snelheid (Norm. snelh. doorl.) niet in
combinatie gebruiken met de doorlopende sluiter met vooropname (Doorl. Sl.
Vooropn.).
• U kunt de flitser niet gebruiken bij Doorlopende Sluiteropname bij Normale
Snelheid.
• De drievoudige zelfontspanner kan niet in combinatie met Doorlopende
Sluiteropname bij Normale Snelheid worden gebruikt.
Gebruiken van de snelle doorlopende sluiter (Snelle Doorl. Sl.)
en de doorlopende sluiter met vooropname
(Doorl. Sl. Vooropn.)
Bij de doorlopende sluiter met hoge snelheid kunt u de camera configureren op een
snelheid van 1, 3, 5, 10, 15, 30, of 40 beelden per seconde, zolang u de sluitertoets
ingedrukt houdt en er geheugen beschikbaar is om ze op te slaan. Door de
sluitertoets tijdens deze de doorlopende sluiter vooropname modus halverwege in te
drukken wordt doorlopende vooropname van beelden naar een tijdelijk
buffergeheugen gestart. Wanneer u de sluitertoets vervolgens geheel indrukt, slaat
de camera op wat zich op dat moment in de buffer bevindt en begint met het
opnemen in real-time van nieuwe beelden met de doorlopende sluiter. Het opnemen
in real-time gaat door totdat u de sluitertoets loslaat of totdat in het totaal maximaal
30 beelden (bufferbeelden plus nieuwe beelden) opgenomen zijn. U kunt de
doorlopende sluiter met vooropname modus configureren om te specificeren hoeveel
van de 30 beelden in het buffergeheugen worden opgenomen en hoeveel nadat u de
sluitertoets geheel indrukt. Gebruik de doorlopende sluiter met vooropname modus
wanneer u er zeker van wilt zijn dat u geen actie met snel bewegende beelden gaat
missen.
58
Norm. snelh. doorl. icoon
Foto leerprogramma