• De volgende functies zijn gedeactiveerd wanneer u films met Super Macro.
– Zoom (zowel optisch als digitaal)
– Auto Macro
– Flits
– Doorl. Sl. met flits
• Door de grote zoomcapaciteit van deze camera kan het voorkomen dat de beelden
onscherp zijn als de camera wordt bewogen terwijl met een vaste scherpstelling
wordt opgenomen. Indien maar enigszins mogelijk, monteer de camera op een
statief of bevestig hem ergens anders aan als u opneemt met een vaste
scherpstelling. Mocht het beeld onscherp zijn, stel dan opnieuw scherp of schakel
over op handmatige scherpstelling (MF) om gewenste veranderingen in de
scherpstelling te maken.
Gebruiken van scherpstelvergrendeling
"Scherpstelvergrendeling" is de naam van een techniek
die u kunt gebruiken wanneer u een beeld wilt
samenstellen waarbij het onderwerp waarop
scherpgesteld moeten worden zich niet bevindt in het
scherpstelkader in het midden van het beeldscherm.
• Selecteer om scherpstelvergrendeling te gebruiken
"U Puntmeten" of "O Sporen" voor het autofocus
gebied (pagina 45).
1.
Pas het scherpstelkader van het beeldscherm
op het onderwerp waarop u wilt scherpstellen
en druk de sluitertoets dan halverwege in.
2.
Houd de sluitertoets halverwege ingedrukt
(waardoor de scherpstelinstelling behouden
blijft) en beweeg de camera om het beeld
samen te stellen.
• Als "O Sporen" geselecteerd is als het autofocus
gebied, beweegt het scherpstelkader automatisch
om het onderwerp te volgen.
3.
Druk de sluitertoets geheel in zonder te pauzeren wanneer u klaar bent
voor het opnemen van het beeld.
LET OP
• De scherpstelvergrendeling vergrendelt de belichting ook (AE).
54
Onderwerp waarop moet
worden scherpgesteld
Scherpstelkader
Foto leerprogramma