SQ 05.2 – SQ 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2 meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
AC 01.2 Non-Intrusive
10.5.2.
Wegschakelmechanisme controleren
2.
Aandrijving in de richting DICHT inschakelen en vervolgens de draairichting
aan de mechanische standaanwijzing observeren:
Bij een zelfinstellende mechanische standaanwijzing:
De draairichting is correct indien de aandrijving in de richting DICHT
beweegt en de pijl
DICHT (symbool
Afbeelding 58: Draairichting
Bij mechanische standaanwijzing via pijlmarkering: (niet zelfinstellend)
De draairichting is correct indien de aandrijving in de richting DICHT
beweegt en de symbolen ( / ) zich tegen de wijzers van de klok in
bewegen:
Afbeelding 59: Draairichting
1.
Keuzeschakelaar in de stand Local control (LOKAAL) plaatsen.
2.
Aandrijving via de drukknoppen OPEN, STOP, DICHT bedienen.
Het wegschakelmechanisme is juist ingesteld als (standaard-signalering):
-
de gele signaallamp/LED1 in de eindstand DICHT brandt
-
de groene signaallamp/LED5 in de eindstand OPEN brandt
-
de signaallampen na een beweging in de tegengestelde richting weer uitgaan
Het wegschakelmechanisme is verkeerd ingesteld als:
-
de aandrijving vóór het bereiken van de eindstand blijft staan
-
één van de rode signaallampen/LED's brandt (draaimomentfout)
-
de statusweergave S0007 in het display een fout meldt.
Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
zich met de wijzers van de klok mee in de richting
) beweegt.
(bij de uitvoering "rechtsdraaiend sluiten")
/
(bij de uitvoering "rechtsdraaiend sluiten")
57