Inhoudsopgave
Advertenties
Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
10.1.1.
Eindaanslag DICHT instellen
10.1.2.
Eindaanslag OPEN instellen
Informatie
50
SQ 05.2 – SQ 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2 meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
Afbeelding 57: Eindaanslag
[1]
Schroefplug eindaanslag OPEN
[2]
Stelbout eindaanslag OPEN
[3]
Schroefplug eindaanslag DICHT
[4]
Stelbout eindaanslag DICHT
Maten/bouwgrootte
T (bij 90°)
T
min.
1.
Afsluitstop [3] verwijderen.
2.
Met het handwiel de afsluiter in eindstand DICHT brengen.
3.
Indien de eindstand van de afsluiter niet wordt bereikt:
Instelbout [4] iets tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien totdat
eindstand DICHT van de afsluiter correct kan worden ingesteld.
Het met de wijzers van de klok mee draaien (rechtsom) van de stelbout
[4] heeft een kleinere hoekverdraaiing (zwenkhoek) tot gevolg.
Het tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien van de stelbout [4]
heeft een grotere hoekverdraaiing (zwenkhoek) tot gevolg.
4.
De stelbout [4] met de wijzers van de klok mee (rechtsom) tot aan de aanslag
draaien.
Daarmee is de eindaanslag DICHT ingesteld.
5.
O-ring van de sluitschroef controleren op goed vastzitten en toestand, vervangen
indien beschadigd.
6.
De schroefplug [1] indraaien en vastdraaien.
Aansluitend op deze instelling kan direct de eindstandherkenning DICHT worden
ingesteld.
De eindaanslag OPEN hoeft normaliter niet meer te worden ingesteld.
1.
Schroefplug [1] verwijderen.
05.2
07.2
17
17
11
11
AC 01.2 Non-Intrusive
10.2
12.2
20
23
12
13
14.2
23
12
Advertenties
Inhoudsopgave
