Elektrische aansluiting
6.2.2.
Kabels aansluiten
26
SQ 05.2 – SQ 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2 meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
3.
Kabelwartels [8] die geschikt zijn voor de aansluitkabels plaatsen.
De beschermingsgraad IP... die op het typeplaatje is vermeld, is slechts dan
gegarandeerd indien geschikte kabelwartels worden toegepast.
Afbeelding 19: voorbeeld typeplaatje beschermingsgraad IP68
4.
Niet benodigde kabelingangen [6] met geschikte blindpluggen [7] afsluiten.
Tabel 14:
Dwarsdoorsneden aansluitkabels en aandraaimomenten klemmen
Omschrijving
Vermogenscontacten
(U1, V1, W1, U2, V2, W2)
Aardebus (aansluiting)
Signaalcontacten
(1 tot 50)
1.
Kabelmantels verwijderen.
2.
De aan te sluiten kabels door de kabelwartels invoeren.
3.
Kabelwartels met het voorgeschreven draaimoment vastdraaien, zodat de
desbetreffende beschermingsgraad is gewaarborgd.
4.
Aders afstrippen.
Besturing ca. 6 mm, motor ca. 10 mm
5.
Bij flexibele kabels: eindhulzen (massakrimp) volgens DIN 46228 gebruiken.
6.
Kabels volgens het schakelschema (conform opdracht) aansluiten.
Dwarsdoorsneden aansluitkabels
2
1,0 – 6 mm
(flexibel)
2
1,5 – 10 mm
(massief)
2
1,0 – 6 mm
(flexibel) met ringtongen
(PE)
2
1,5 – 10 mm
(massief) met ogen
2
0,25 – 2,5 mm
(flexibel)
2
0,34 – 2,5 mm
(massief)
AC 01.2 Non-Intrusive
Aandraaimomenten
1,2 – 1,5 Nm
1,2 – 2,2 Nm
0,5 – 0,7 Nm