SQ 05.2 – SQ 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2 meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG)
AC 01.2 Non-Intrusive
6.3.
Toebehoren voor de elektrische aansluiting
6.3.1.
Besturingseenheid voor de aandrijving op wandbeugel
Montage
Toepassing
Afbeelding 22: Montage met wandbeugel
[1]
Wandbeugel
[2]
Verbindingskabels
[3]
Elektrische aansluiting wandbeugel (XM)
[4]
Elektrische aansluiting aandrijving (XA)
[5]
Elektrische aansluiting besturingseenheid voor de aandrijving (XK) –
klantstekker
Met de wandbeugel kan de besturingseenheid voor de aandrijving los van de
aandrijving worden gemonteerd.
Bij een moeilijk bereikbare gemonteerde aandrijving.
Indien de aandrijving aan hoge temperaturen wordt blootgesteld.
Indien de afsluiter aan intensieve trillingen onderhevig is.
Informatie over het installeren met wandbeugel
De toegestane kabellengte tussen de besturingseenheid voor de aandrijving
op wandbeugel en de aandrijving bedraagt maximaal 100 m.
Wij adviseren u een originele AUMA kabelset "LSW" te gebruiken.
Indien er geen AUMA kabelset wordt toegepast:
-
Geschikte, flexibele en afgeschermde aansluitkabels gebruiken.
-
Voor MWG een aparte, CAN-geschikte datakabel met een karakteristieke
impedantie van 120 Ohm toepassen (bijv. UNITRONIC BUS-FD P CAN
UL/CSA - 2 x 2 0,5 mm², fa. Lapp Benelux, Waalre).
-
Aansluiten van de datakabel: XM2-XA2 = CAN L, XM3-XA3 = CAN H.
-
Spanningsvoorziening MWG: XM6-XA6 = GND, XM7-XA7 = + 24 V DC
(zie schakelschema).
Bij de elektrische aansluiting op de wandbeugel [3] zijn de aansluitingen in
crimptechniek uitgevoerd.
-
Voor het crimpen dient een geschikte 4s-crimptang te worden gebruikt.
-
Aansluitdoorsneden voor flexibele kabeladers:
-
Signaalkabels: max. 0,75 tot 1,5 mm²
-
Aansluiting op het net: max. 2,5 tot 4 mm²
Elektrische aansluiting
29