Vervangen van de hulpafvoerkraan
1. De bevochtiger buiten gebruik stellen, zoals in hoofdstuk 7.4.
2. Maak de bevestigingsklemmen los van het rechterzijpaneel en open het paneel.
3. Verwijder de bekabeling van de handmatige afvoerkraan (noteer de aansluitingen voor verwijdering).
4. Draai de schroefkoppeling op de tank los en verwijder de hulpafvoerkraan.
Het opnieuw monteren gebeurt in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat de aansluitkabels correct zijn
aangesloten.
Vervangen van het toevoerventiel
1. De bevochtiger buiten gebruik stellen, zoals in hoofdstuk 7.4.
2. Maak de bevestigingsklemmen los van het rechterzijpaneel en open het paneel.
3. Maak de aansluitkabels los van het toevoerventiel (noteer de aansluitingen vóór het losmaken).
4. Maak de slangklemmen los van de slangaansluitingen op het toevoerventiel en trek de slangen los.
5. Draai de twee schroeven los waarmee het toevoerventiel aan de behuizing is bevestigd en verwijder
het toevoerventiel.
Het opnieuw monteren gebeurt in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat de slangen goed vast zitten
met de slangklemmen en dat de aansluitkabels correct zijn aangesloten.
58