5.5.2
Lekkagebeproeving
Na het voltooien van de installatiewerken moet u de volledige gasleiding met een maximale druk van
40 mbar (4,0 kPa) voor Aardgas of 150 mbar (15 kPa) voor Propaangas en met in de handel ver-
krijgbare zeepoplossing op lekkage controleren. Bellen geven lekken aan. Voor u de bevochtiger in
gebruik kan nemen, moet u alle lekken dichten.
Opgelet! Voor het controleren van de lekkage mag u nooit een open vlam of vuur gebrui-
ken. Bij een lek kunnen de personen verwondingen en het toestel beschadiging oplopen door
vuur of ontploffing.
Wanneer de gasleiding met een druk van meer dan 150 mbar (15 kPa) getest wordt, dient de gastoevoer
op de aansluiting op het apparaat losgekoppeld te worden. Na de test moet u de gastoevoer ontlasten
vóór deze weer op het toestel aangesloten wordt.
Opgelet! Het niet naleven van de bovenstaande richtlijnen kan tot beschadiging van het
gasdrukregelventiel leiden. Gasdrukregelventielen die door een te hoge druk belast worden,
worden niet door de garantie gedekt.
5.5.3
Ombouwinstructies voor gebruik van de luchtbevochtiger
met een ander type gas
Af fabriek wordt het apparaat geleverd met venturiverdeelstukken voor gebruik van één bepaald type
gas. Om de stoomluchtbevochtiger voor het gebruik met een ander type gas geschikt te maken, moet
u de volgende instructies opvolgen (zie afbeelding op de volgende pagina).
De ombouw mag alleen door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden, dat door Con-
dair BV opgeleid en geautoriseerd is. De ombouw moet overeenkomstig de voorschriften
van de leverancier en de lokaal geldende voorschriften uitgevoerd worden.
1. Schakel de bevochtiger uit en zorg ervoor dat de bevochtiger niet onbedoeld ingeschakeld wordt
2. Sluit de gastoevoer naar de bevochtiger af en zorg ervoor dat de afsluiter niet onbedoeld geopend
wordt.
3. Maak de bevestigingsklemmen van het/de rechterzijpane(e)l(en) los en open het/de pane(e)l(en).
4. Maak de slang los van het bochtstuk van de luchtinlaat (maak een notitie van de aansluitingen).
Maak vervolgens de slangklem los en verwijder de het bochtstuk van de luchtinlaat.
5. Maak de koppeling los van de flexibele gasleiding aan het gasdrukregelventiel en verwijder de
gasleiding.
6. Maak de elektrische bekabeling los van het gasdrukregelventiel en drukregelaar (maak een notitie
van de verbindingen voordat het los gemaakt wordt).
7. Draai de twee schroeven van het venturiverdeelstuk op de branderventilator los en verwijder het
verdeelstuk samen met het gasdrukregelventiel.
8. Draai de vier schroeven los van de aansluitflens van gasleiding aan het gasdrukregelventiel en
verwijder de aansluitflens.
9. Draai de drie schroeven van de houder van de drukschakelaar los en verwijder de drukschakelaar.
10. Controleer de kurken afdichting en de o-ring in de aansluitflens van de gasleiding op beschadigingen
en vervang wanneer nodig.
11. Bevestig de aansluitflens van de gasleiding (met o-ring) en de drukschakelaar op het nieuwe
gasdrukregelventiel (het gasdrukregelventiel wordt met een reeds gemonteerd venturiverdeelstuk
geleverd).
Let op! Let erop dat de op het typeplaatje van het venturiverdeelstuk, genoemde soort gas over-
eenkomt met het toegepaste soort gas. De instelling van de verzegelde instelschroef "A" mag
door de klant niet verandert worden.
34